Het is weer zover! De jaarlijks terugkerende top 10 van 30 jaar geleden in Platenblad. Hieronder mijn inzending. Benieuwd naar de eindlijst? Platenblad ligt in de betere platenzaak.
1. Neil Young and Crazy Horse – Ragged Glory
2. The Serenes – Barefoot And Pregnant
3. Kevn Kinney – MacDougal Blues
4. Mazzy Star – She Hangs Brightly
5. Sonic Youth - Goo
6. Nick Cave and the Bad Seeds – The Good Son
7. The Black Crowes – Shake Your Money Maker
8. Hallo Venray – King
9. The Butcher Shop – Pump Action
10. Mark Lanegan – The Winding Sheet
De nummer 1 stond al op voorhand vast. In 1989 was Neil Young al enigszins op de terugweg met Freedom en zeker met Eldorado. Die lijn wordt lekker stevig doorgetrokken op Ragged Glory, maar dan met de vaste houthakkers van Crazy Horse. Totaal grijsgedraaid is de plaat door alle jaren heen, want die ligt elk jaar wel een paar keer op de draaitafel. Van begin tot eind, ja zelfs Mother Earth past er perfect op als een soort Star Spangled Banner van Old Dinosaur, geen enkele misser. En nog steeds zijn F*!#in' Up, Love And Only Love, Over And Over en Love To Burn hoogtepunten als hij het land aandoet. Het staat allemaal op de plaat zoals het ‘live’ in een van de schuren op Broken Arrow is opgenomen, inclusief de lekker ronkende feedback waar de meeste nummers mee afsluiten. Niks geen poespas … knallen! Dat kun je van andere oudgedienden Bob Dylan en Van Morrison niet zeggen, die kabbelden rustig door.
Barefoot And Pregnant heb ik pas later leren kennen. Het debuut van de Friese band The Serenes kan de internationale concurrentie met gemak aan. Ondanks herkenbare, vooral Britse, invloeden heeft de band een uit duizenden herkenbaar eigen geluid. Lekker in het gehoor liggende nummers, instrumentaal zit het allemaal perfect in elkaar. Pas toen ik dit jaar de heruitgave op vinyl kocht kwam ik er achter dat er op de originele cd (ik heb natuurlijk de lp), een extra nummer stond, Trip Down Memorystreet, de climax waar de hele plaat naar toe werkt. Ongelofelijk dat die toentertijd niet op de vinylversie stond.
Kevn Kinney is de zanger/gitarist van Drivin n Cryin uit Atlanta, Georgia. Op de groepsplaten was al te horen dat de band niet alleen goed is in het ruigere werk. Op elke plaat staan wel een paar prachtige akoestische nummers. Met MacDougal Blues laat Kinney horen daar een hele plaat mee te kunnen vullen die geen moment gaat vervelen. Bijgestaan door onder anderen de leden van DnD en Peter Buck, die ook voor de productie tekende, levert dit een tijdloze plaat op.
De begin dit jaar overleden gitarist David Roback begon na Rain Parade verlaten te hebben, met Dream Syndicate bassiste Kendra Smith de band Opal. Nadat die laatste tijdens een tournee de band verliet, werd ze vervangen door Hope Sandoval en zo ontstond Mazzy Star. She Hangs Brightly is hun eerste lp en daarop wordt de lijn van Opal doorgetrokken. Sfeervolle nummers met de prachtige lijzige stem van Sandoval en de met enige regelmaat uit de bocht vliegende gitaar van Roback. Dat laatste doet hij vooral op Ghost Highway.
Goo van Sonic Youth is, zoals te verwachten, een heerlijke bak herrie. Wellicht melodieuzer dan voorgaande platen, maar het ontspoort nog met enige regelmaat. Wel even schrikken bij de eerste draaibeurt als bij afloop van Kool Thing de naald over de plaat lijkt te schuiven, een geintje dat natuurlijk alleen bij de vinylversie werkt.
Wie begin jaren tachtig verkondigde dat Nick Cave nog eens echt zou zingen in plaats van schreeuwen, werd voor gek verklaard. Op The Good Son zijn de eerste pogingen van Kicking Against The Pricks en opvolger Tender Prey echter geperfectioneerd en blijkt het ook nog een mooie plaat op te leveren. De inhoud van de teksten verschilt niet veel van het oudere werk, die blijven even duister, met af en toe een lichtpuntje.
1990 betekent ook het eerste product van de gebroeders Rich en Chris Robinson. Shake Your Money Maker is een heerlijke Southern Rock LP, die lijkt terug te grijpen op met name The Faces en Humble Pie. Maar ja, waar hebben die het vandaan? Live kwam het in Paradiso allemaal nog wat beter uit de verf en de komende jaren zullen ze nog in mijn lijstjes terugkeren.
Hallo Venray is ook zo’n band die op het moment zelf aan mij voorbij ging, maar die ik met terugwerkende kracht extra waardeer. King is hun eerste volwaardige LP. De meesterlijke teksten van Henk Koorn bevatten aforismen die zo gebundeld kunnen worden, zoals ‘You got more load to carry each time you fall’. Een spannende plaat, die Angelbite van Claw Boys Claw uit de top 10 drukte. Mede door de prijsnummers Hot Pants en Gasoline.
The Beasts of Bourbon leverden met Black Milk een plaat af die de top 10 niet haalde. Het dwarrelt allemaal net iets teveel kanten op, meligheid lijkt troef. Zanger Tex Perkins leek al zijn energie gestoken te hebben in The Butcher Shop. Pump Action is een stuk samenhangender en houdt constant de aandacht van de luisteraar vast. Grillig en onvoorspelbaar. Afsluiter The Descent had zo van Ennio Morricone kunnen zijn!
Brombeer Mark Lanegan complementeert de top 10. De zanger van The Screaming Trees levert, onder leiding van Mike Johnson, met Winding Sheet een plaat vol mooie ingetogen nummers af. De begeleiding is minimaal, waardoor de gruizige stem van Lanegan goed tot zijn recht komt.
Platen die de top 10 net niet haalden: Room to Roam van The Waterboys, Brother Aldo van Chuck Prophet en A Catholic Education van Teenage Fanclub. Beste Franstalige plaat is Duelle van Jo Lemaire en het Nederlandse Loveslug verslaat met Beef Jerky de Amerikaanse concurrenten Circus of Power (Vices) als beste hardrockplaat.