dinsdag 24 december 2019

LP top 10 1989






Elk eind van het jaar vraagt René van Kaam de lezers van Platenblad om hun top 10 albums van 30 jaar geleden. Hieronder mijn lijstje van 1989.



      

1. Neil Young & The Restless – Eldorado
2. The Cult – Sonic Temple
3. Bashung  - Novice
4. The Stone Roses – The Stone Roses
5. Drivin’ n’ Cryin’ – Mystery Road
6. Lou Reed – New York
7. Bob Dylan – Oh Mercy
8. The Replacements – Don’t Tell a Soul
9. The Jesus & Mary Chain – Automatic
10. Green On Reed – This Time Around




1989 was het jaar dat veel oudjes weer eens een prachtplaat afleverden. Ze hebben de top 10 niet allemaal gehaald. Zo maakte David Crosby 20 jaar na zijn solodebuut zijn comback met Oh Yes I Can, een antwoord op de titel van zijn eerste plaat, If I Could Only Remember My Name. Niet alle nummers zijn even sterk, maar Tracks In The Dust is een pareltje. Niko Bolas zorgde voor de productie net als op het genadeloze Eldorado van oud-compaan Neil Young. Die laat met Eldorado horen weer helemaal bij de tijd te zijn en beult Old Black af, als nooit tevoren. De plaat verschijnt alleen in Australië en Japan en wordt later dat jaar opgevolgd door Freedom. 3 nummers van Eldorado zijn daar op terug te vinden, maar het prijsnummer van Eldorado, Cocaine Eyes, ontbreekt Freedom bevat ook de nodige rustpunten in tegenstelling tot Eldorado die van begin tot eind de grenzen van de decibelmeter opzoekt. En aangezien ik mezelf de beperking heb opgelegd dat er maar een plaat van een artiest in de top 10 mag, is dat Eldorado geworden.

The Cult levert met Sonic Temple de ideale hardrock LP af. Het beste uit het genre wordt gecombineerd. Daar steekt het debuut van Skid Row toch maar magertjes tegen af, al  kan We Are The Youth Gone Wild de concurrentie enigszins aan. Alain Bashung loopt al jaren mee en heeft in Frankrijk een grote achterban. Dat wil buiten de grenzen niet echt lukken. Op Novice wordt hij geassisteerd door gitaristen Jean-Marie Aerts, Blixa Bargeld en Phil Manzanera. Het levert een prachtige sfeervolle plaat op. Het debuut van The Stone Roses bevat bijna uitsluitend aanstekelijke dansnummers en schaart zich daarmee ook in de top 10. 

Veel bands keren de afgelopen jaren terug in mijn lijstjes van 30 jaar geleden. Een van die bands is Drivin’ n’ Cryin’, de band rond zanger/gitarist Kevn Kinney. Mystery Road is vooralsnog de beste plaat die ze maken, de stijlen lopen uiteen van gemoedelijke country tot knetterharde rock. Kinney weet het toch tot een prachtig, herkenbaar, geheel te maken. Ook Lou Reed en Bob Dylan leveren in 1989 weer eens platen af die de moeite waard zijn en tijdloos blijken. Daniel Lanois is als producer, hoe kan het anders, duidelijk aanwezig op Oh Mercy. De teksten van Dylan blijken aan actualiteit nauwelijks ingebonden te hebben. Ook Lou Reed laat met New York horen dat hij nog lang niet afgeschreven is. Sommige nummers zijn voorgedragen gedichten met een hoog Beat Generationgehalte, op andere gaat de volumeknop richting 10, scheuren de gitaren en zingt Reed ongekend fel zijn boodschap de wereld in.

De opvolger van Please To Meet Me van The Replacements trekt de lijn door, al haalt hij het net niet bij zijn voorganger. Weinig verrassend, maar o zo heerlijke gitaarmuziek. Dat geldt ook voor Automatic van The Jesus & Mary Chain. Oud-drummer Bobby Gillespie timmert intussen met Primal Scream verder aan de weg, maar heeft de juiste toon nog niet gevonden. De gelijknamige LP zwabbert een beetje tussen verschillende genres. Met name de wat stevigere rocknummers kunnen me bekoren, en ook het wat ingetogenere You Are Just Dead Skin To Me is prachtig. Als afsluiter het duo Dan Stuart en Chuck Prophet, die met This Time Around weer een typisch Green On Red plaat maken. Het debuut van Nirvana, Bleach, mag er ook wezen, maar valt net buiten de top 10, net als Buzz Factory van The Screaming Trees. Die moeten hun beste platen nog maken en zullen de komende jaren de top 10 wel halen.