woensdag 28 oktober 2020

Platenzaakstickers #368

 

De Nieuwe Muziekwinkel
Utrechtschestraat 39
Amsterdam
Tel. 33788

Op label, Het Ramblers Dansorkest, 10" Shellac, Ramblers Radio Revue, Panachord H 1064 (Nederland, 1939)

Het bewijs dat er al voor Concerto en Oro platen gekocht konden worden in de Utrechtsestraat, toen de straatnaam nog met sch geschreven werd. Wel bijzonder om je winkel nieuw te noemen, want dat zal hij maar zeer kort geweest zijn. Al kwam het wel meer voor, zoals de bijna naamgenoot De Nieuwe Muziekhandel in de Leidsestraat.

Een mooie ronde sticker met golvende randen, dit cadeautje van Concerto. De winkel zat aan de overkant van Concerto op het stuk tussen de Heren- en de Keizersgracht. De naam muziekwinkel wijst er op dat het leeuwendeel van het aanbod in de winkel uit muziekinstrumenten en bladmuziek bestond. Maar daarnaast werden er ook bakelieten platen verkocht. De platen hadden in die jaren nog geen eigen hoes met daarop artiest en naam van de plaat, maar werden verkocht in papieren hoezen waar een ruimte was uitgespaard zodat het label leesbaar was. De aangewezen plek om een sticker op te plakken was dan ook dat label dat altijd zichtbaar was.

Helaas biedt het internet niet meer informatie over deze winkel, dus een lang leven zal hem niet beschoren zijn geweest. De komst van Concerto in 1955 heeft de winkel hoogstwaarschijnlijk niet meegemaakt.

Onderstaande foto dateert uit 1944. Daarop is te zien dat op 39 inmiddels 't Loodgietershuis is gevestigd, terwijl op nummer 41 Muziekhandel H. de Jong zit. Wellicht was tegen die tijd de nieuwigheid eraf en ging de winkel in het naastgelegen pand verder onder naam van de eigenaar.

De beeldbank van het Amsterdamse Stadsarchief bevat ook nog een foto van het pand uit 1922 waarop de muziekwinkel nog niet aanwezig is.


zondag 18 oktober 2020

Platenzaakstickers #367

 

DOL's Muziekhandel
Choorstraat 32
Delft


Op achterzijde hoes, The Beatles, LP, Rubber Soul, Odeon PCS 3075 (Nederland, 1965)

De zesde sticker van een winkel in Delft waar je terecht kon voor vinyl is afkomstig van Jeroen van de Beek. De vorm van de sticker komt overeen met die van Record Rendezvous in Amsterdam. Bij deze is aan de linkerzijde een cirkel leeg gehouden, waarvoor? Zou daar in sommige gevallen de prijs in gestaan hebben? Opvallend is verder dat er twee verschillende lettertypes gebruikt zijn: een voor de naam van de winkel in kapitaal en onderkast en een voor de adresgegevens in kapitaal.

Ten tijde van de sticker zat verderop in de Choorstraat ook Hees & Co, die ook vinyl verkochten. De winkel is in de jaren dertig van de vorige eeuw opgericht en was, zoals uit de naam Muziekhandel blijkt, aanvankelijk gespecialiseerd in bladmuziek en muziekinstrumenten. Later zijn daar ook geluidsdragers in de vorm van vinyl aan toegevoegd. Ik vraag me altijd af hoeveel ruimte er in zo'n winkel werd ingeruimd voor vinyl. Dat zal niet veel zijn vermoed ik, want ook de instrumenten moesten uitgestald worden. Duidelijk is in ieder geval dat DOL's met zijn tijd mee ging en dat je er in de jaren zestig een nieuwe LP van The Beatles kon kopen.

Op internet is te lezen dat je bij Hees & Co naast vinyl vooral afspeelapparatuur, zoals pickups, versterkers en bandrecorders kon kopen. Daarin onderscheidde de winkel zich dus van DOL's. 

In de jaren zestig zat de winkel nog op Choorstraat 32, later is daar het belendende pand op nummer 34 bijgetrokken en ontstond er wellicht een afzonderlijke vinylafdeling. Op 2 juli 2011 verhuisde de winkel naar Binnenwatersloot 18A. Twee jaar later werd de winkel failliet verklaard. Vinyl zal er in de tijd al niet meer te koop zijn geweest.

Choorstraat 32-34 na het vertrek van DOL's muziekhandel


vrijdag 16 oktober 2020

Nederpophelden aan het woord

 

Na twee delen van de hand van Wiebren Rijkeboer verscheen onlangs het derde deel in de reeks over popmuziek die Uitgeverij kleine Uil vorig jaar startte. Ditmaal staat vooral de alternatieve Nederlandse gitaarscene uit de jaren 80 en 90 centraal, met enkele uitstapjes naar de tijd daarvoor (The Nits en Robert Jan Stips) en daarna (Kypski en Moss). De opzet van het boek is geheel anders dan die van de twee delen die eerder verschenen. Rijkeboer gaf in Americana Outlaws en De psychedelische sixties een overzicht van de in zijn ogen belangrijkste platen die in deze genres in de Verenigde Staten gemaakt zijn.

Edwin Hofman interviewde een aantal sleutelfiguren uit de alternatieve muziekscene. Aan de hand daarvan geeft hij een overzicht van de carrière van de desbetreffende artiest. Vanzelfsprekend staan daarbij de platen de ze, soms met meerdere bands, uitbrachten centraal. Er is echter ook aandacht voor de rol van de media toen en nu en het veranderende muzieklandschap. In artikelen van ongeveer 10 pagina’s blikt de betreffende artiest terug. Welke platen hebben hem beïnvloed, wat vond hij zelf de beste plaat die hij uitbracht en waarom? De enige vrouw die aan het woord komt is Liesbeth Esselink van Solex. Voor de rest blijkt het toch vooral een mannenwereld of praten zij er gewoon liever over? Zo komt namens Bettie Serveert Peter Visser aan het woord, aangezien Carol van Dyk niet zo staat te popelen om op de voorgrond te treden.

Wat opvalt is dat de meeste geïnterviewden nog steeds actief zijn in de muziekscene, zij het soms wat minder in de aandacht dan in hun hoogtijdagen. Zo heeft Rick de Leeuw van Tröckener Kecks zijn werkveld voornamelijk naar Vlaanderen verlegd en is vooral actief als dichter, schrijver en in het theater. Wat echter niet wil zeggen dat hij geen platen meer maakt. Sommige bands, zoals The Nits, De Kift, Claw Boys Claw, Hallo Venray of Scram C Baby zijn nog steeds actief. Andere was een korter leven beschoren, maar vaak zijn de leden overgestapt of houden zich met andere zaken binnen de muziekindustrie bezig. Richard Janssen, zanger/gitarist van The Fatal Flowers is daar een mooi voorbeeld van. Hij is momenteel als geluidsontwerper actief in Duitsland. Hij heeft zich, op de reünie-optredens van The Fatal Flowers na, uit de popmuziek terug getrokken.  

Het is opvallend dat sommige artiesten in meerdere interviews terug komen. Zo duikt Robin Berlijn (op zeventienjarige leeftijd als gitarist bij The Fatal Flowers begonnen), op een gegeven moment weer bij Johan op. Flowersbassist Geert de Groot komt via Claw Boys Claw uiteindelijk bij Scram C Baby terecht. Die dwarsverbanden laten zien dat de Nederlandse muziekscene een kleine wereld is. Bands komen elkaar regelmatig bij optredens tegen of staan samen op festivals en rivaliteit is er nauwelijks.

De schrijfstijl van Hofman is prettig en onderhoudend. Zelfs de interviews met artiesten waar je niets mee hebt zijn lezenswaardig, juist doordat het niet alleen over de muziek zelf gaat. Succes komt meestal onverwacht voor de artiest zelf. Singles waarvan ze dachten dat het een hit zou worden doen niks en andersom. De aandacht in de media speelt daarbij, zoals je mag verwachten, een belangrijke rol. Een minuut in De Wereld Draait Door levert vaak direct een aantal optredens en hogere verkoop- of streamingcijfers op. Toch wordt door veel artiesten met een jaloerse blik naar onze zuiderburen gekeken, waar het nationale product veel meer aandacht krijgt op de radio.

Door de brede insteek van Hofman laten de interviews ook de veranderingen in het bestaan van popmuzikanten zien. De inkomsten uit plaatverkoop in de jaren 80 en 90 zijn niet te vergelijken met die uit streamingdiensten, wat de noodzaak van optredens of nevenactiviteiten verklaart. Er blijken maar weinig artiesten die van hun professie als popmuzikant kunnen leven. Veel van de bands hebben ook geprobeerd in het buitenland voet aan de grond te krijgen en dat blijkt met name in de Angelsaksische landen niet gemakkelijk. Duitsland en vooral België liggen dan eerder voor de hand. Maar ook daar wegen de kosten voor een tour nauwelijks op tegen de inkomsten.

Uitgeverij kleine Uil heeft inmiddels een mooi begin van een serie die hopelijk nog verder wordt uitgebreid de komende jaren. De delen staan hier nauwelijks in de boekenkast, maar liggen meestal binnen handbereik om nog eens even na te lezen hoe het ook alweer zat en welke platen de moeite waard zijn om aan te schaffen. Dat geldt ook weer voor dit laatste deel. Dankzij de enthousiaste woorden van Jacob de Greeuw van Johan over The Serenes ligt Barefoot and Pregnant hier bijna dagelijks op de draaitafel en gaat zeker de LP top 10 van 1990 in het volgende Platenblad halen. En zo komen er wel meer nationale pareltjes tevoorschijn na het lezen van het boek. Het laat vooral zien hoeveel goede muziek er de afgelopen veertig jaar door Nederlandse alternatieve bands is gemaakt. Daar is met gemak een vervolg op dit deel van te maken.

 

Edwin Hofman - Avonturiers van de Nederpop: Veertig jaar eigenzinnige Nederlandse popmuziek

Uitgeverij kleine Uil, ISBN 978-9-493170-27-8

Prijs: 19,50 euro

 

Verschenen in: Platenblad, nr. 255 (17 oktober t/m 27 november 2020)

 

 

LP top 3 Gram Parsons

 


1.     1. Gram Parsons - GP

2.     2. The Flying Burrito Bros – Gilded Palace Of Sin

3.      3. Gram Parsons – Grievous Angel

De club van 27 heeft Gram Parsons net niet gehaald en veel platen had hij bij zijn overlijden ook niet op zijn naam staan. Na Safe At Home van The Submarine Band, trad hij toe tot de Byrds en was grotendeels verantwoordelijk voor de ommezwaai die de groep op Sweetheart Of The Rodeo naar Country Rock maakte. Na deze plaat hield hij het voor gezien en richtte samen met Chris Hillman, Chris Ethridge en Sneaky Pete The Flying Burrito Bros op met wie hij twee platen maakte om vervolgens voor een solocarrière te kiezen. Ook dat leverde twee studioplaten op. Na zijn overlijden verschenen er nog diverse verzamelaars, waarvan Sleepless Nights nog drie onuitgebrachte duetten met Emmylou Harris bevatte. Die waren eigenlijk bedoeld voor zijn laatste soloplaat Grievous Angel, maar werden na zijn overlijden weggelaten, net als de door hem beoogde hoes waarop hij met Emmylou Harris op de motor poseerde.

Uiteindelijk is het dan ook niet moeilijk om drie platen te kiezen. Safe At Home was een eerste proeve van mans kunnen, maar het komt allemaal nog niet uit de verf. Ook Sweetheart Of The Rodeo valt af, aangezien Roger McGuinn na het vertrek van Parsons al zijn vocalen naar de achtergrond mixte of helemaal wegliet. Later bleek pas hoe anders die nummers klinken als ze door Parsons zelf gezongen worden. De debuutplaat van The Flying Burrito Bros, The Gilded Palace Of Sin, laat voor het eerst horen hoe Parsons rock en country met elkaar wilde mengen. Hoogtepunt is Hot Burrito #2 waarop Sneaky Pete helemaal los kan gaan op de pedal steel. Naast eigen geschreven nummers van Parsons en een afsluiter van Chris Hillman bevat de plaat ook twee prachtige countryvertolkingen van de soulhits Dark End Of The Street en Do Right Woman. Dan Penn zal het prachtig gevonden hebben.

Het allerbeste wat Parsons gemaakt heeft blijft toch zijn solodebuut GP. In Emmylou Harris heeft hij de perfecte stem gevonden om samen mee te zingen, al doet ze niet op alle nummers mee. De muzikale begeleiding komt voor een belangrijk deel van de begeleidingsband van Elvis toentertijd, met James Burton in de hoofdrol. Ook Grievous Angel is een prachtplaat, maar wordt enigszins ontsierd door de feestelijk ‘live’ medley op kant 2. Al laat die wel horen hoe Hickory Wind op Sweetheart Of The Rodeo had kunnen klinken. Dat het live ook allemaal goed uit de verf kwam is te horen op de later verschenen Live 1973. 

Verschenen in: Platenblad, nr. 255 (17 oktober t/m 27 november 2020)

zaterdag 10 oktober 2020

Platenzaakstickers #366

 

International Music Store Ltd.
1334 St. Catherine St. W. UN 6-3537
Montreal

 

Op achterzijde hoes, 'Salad Days' Original Cast, LP, Selection Of The Songs Of Salad Days, Quality V1570 (Canada, 1954)


De eerste Canades sticker in dit blog is afkomstig van Rolf Toxopeus. De meest ordinaire aller platenzaakstickers, de plakbandsticker, was dus ook bekend in Canada! Wordt de sticker meestal ergens in een uiterste hoek van de hoes geplakt, de plakker van de International Music Store plakte hem gewoon midden op de hoes. Pulken heeft bij deze stickers geen zin, uitdrogen levert het beste resultaat op, maar de Canadese lijm is blijkbaar erg sterk, zelfs na 66 jaar zit de sticker er nog uitstekend op.

In The Canadian Encyclopedia op internet is een lemma over de winkel te vinden met daarin een korte geschiedenis. Martin Hufnagel begon de winkel in 1913 aan de St. Catherine Street West onder de naam International Music Shop. In 1916 werd Shop door Store vervangen. De winkel was gespecialiseerd in bladmuziek en platen. In 1922 nam Frank Ramsperger de winkel over en werden er radio's, platenspelers en muziekinstrumenten aan het assortiment toegevoegd. Op een gegeven moment werd de winkel opgesplitst in een afdeling bladmuziek (onder leiding van zoon Leo) en een afdeling platen (onder leiding van zoon Fred). Fred sloot zijn afdeling in april 1977 en verhuisde naar Toronto. In 1986 hield ook de afdeling bladmuziek op te bestaan.