donderdag 30 december 2021

Platensticker #376

 


Den Boer & Zn
Hoek Damstraat
Filiaal
Schoterweg 32
Haarlem

Op label, Elly Fitzgerald, 7", The Swingin' Shepherd Blues, Verve Records VV 20.041x45 (Nederland, 1957)


Een klassieke sticker in zwart opschrift op een goudkleurige achtergrond met zwart kader. Als merkherkenning koos Den Boer voor een man- en vrouwfiguur met als hoofd een omgekeerde muzieknoot. Dat doet vermoeden dat Den Boer een muziekhandel was waar bladmuziek verkocht werd. Een advertentie uit de Haarlemsche Courant van 11 januari 1944 bevestigt dat vermoeden.

 


De advertentie levert nog een aantal andere wetenswaardigheden op. Allereerst dat Den Boer ook in tweedehands platen handelde, die per kilo werden opgekocht. Daarnaast wordt duidelijk op welke hoek van de Damstraat het hoofdfiliaal zat, namelijk op die met de Lange Veerstraat, schuin achter de Grote of St. Bavokerk bij de Oude Groenmarkt. Dat was bovendien in die tijd de enige vestiging van Den Boer. Die zal daar de nodige concurrentie hebben ondervonden van Hogenbijl, die er tegenover aan de Oude Groenmarkt zat en aanvankelijk muziekinstrumenten, maar later uitsluitend platen verkocht.

Een andere advertentie in het Haarlems Dagblad van 16 november 1956 maakt duidelijk dat Den Boer inmiddels ook audio-apparatuur aan haar assortiment had toegevoegd en een filiaal in Haarlem-Noord had.


Bovendien vermeldt de advertentie dat Den Boer dan al 40 jaar actief is, dus begonnen in 1916. Een foto uit de jaren zestig laat zien dat de winkel er mocht wezen.

Een aanzienlijke uitbreiding vergeleken met de jaren veertig


Alles lijkt er op te wijzen dat Hogenbijl de concurrentiestrijd uiteindelijk gewonnen heeft. Die heeft tot 1984 bestaan en vierde toen bijna haar 100-jarig jubileum.


maandag 13 december 2021

LP top 10 1991

Al heel wat jaren keert de top 10 van 30 jaar geleden terug in het laatste nummer van het jaar van Platenblad. Dit jaar is de titel van dit blog enigszins misleidend aangezien er in mijn top 10 ook een cd is binnen geslopen. Opvallend is dat drie platen uit mijn top 10 in geen enkele andere inzending voor kwamen: nota bene mijn nummer 1, Alain Bashung en Chris Whitley. Geloof niet dat dit eerder het geval was. Ze weten niet wat ze missen!



    1. Beasts of Bourbon – The Low Road
    2. Nirvana – Nevermind

    3. Bashung – Osez Joséphine
    4. My Bloody Valentine – Loveless
    5. Teenage Fanclub – Bandwagonesque
    6. Dinosaur Jr – Green Mind
    7. Screaming Trees – Uncle Anesthesia
    8. Chris Whitley – Living With The Law
    9. The Comedown – The Comedown
    10. Green On Red – Scapegoats

 

Er vielen er dit jaar nogal een paar buiten de boot, de keuze was moeilijk. Zo haalden Drivin’ N Cryin’ met Fly Me Courageous, Smashing Pumpkins met Gish, Soundgarden met Badmotorfinger en Uncle Tupelo met Still Feel Gone de top 10 net niet. Het blijft toch altijd een verrassing welke platen hun impact bewaren na de waan van de dag of in dit geval het jaar. Zo stond slechts de helft van de platen uit mijn top 10 begin januari 1992 in de platenkast en is er een pas dit jaar aan toegevoegd. Dat blijft ook altijd het leuke aan het samenstellen van een lijst dertig jaar nadat de platen verschenen zijn.

Het Australische stelletje ongeregeld dat op nummer 1 staat haalt met The Low Road hun revanche voor 1990, toen ze met Black Milk een zwabberende plaat afleverden. In topvorm zijn ze, vanaf de opener Chase The Dragon tot de toepasselijke afsluiter Goodbye Friends. Andere hoogtepunten zijn de cover Ride On, origineel van hun landgenoten AC/DC, maar Tex Perkins en zijn companen op het lijf geschreven, net als de Stonescover Cocksucker Blues.

Nevermind sloeg in 1991 in als een bom. Pakkende nummers met een hook, waarbij de adrenaline omhoog schoot. Een plaat die meermalen op repeat op de platenspeler belandde en waarbij ik me veelvuldig in het zweet gedanst en gesprongen heb. Parijzenaar Alain Bashung leerde ik pas later kennen, zo rond de millenniumwisseling, maar inmiddels staat er een aardig rijtje in de platenkast. Hij nam het album op in Memphis, Brussel en Parijs, waarbij hij lokale musici inschakelde. Een uiterst sfeervol album, met een aantal verrassende covers, poëtische Franse teksten en op het titelnummer een heerlijke slide. Grappig om te zien dat hij ongeveer gelijktijdig met Arno en diens toenmalige partner Marie Laure Béraud in Brussel in de studio moet hebben gezeten toen die respectievelijk Charles et les Lulus en TURbigo 12-12 opnamen: Roland van Campenhout speelt op alle drie de platen gitaar en Adriano Comino de accordeon.

My Bloody Valentine belandde pas in oktober dit jaar in de verzameling, maar maakte direct een onuitwisbare indruk. Dat deed Bandwagonesque al eerder. Teenage Fanclub levert een prachtig en origineel eerbetoon aan Alex Chilton en Big Star, die op hun beurt weer teruggrepen op The Beatles. Tot in de puntjes perfect geproduceerd en ijzersterke nummers, die direct blijven hangen, maar nimmer gaan vervelen. Dat geldt evenzeer voor Green Mind van Dinosaur Jr, dat eigenlijk meer een soloalbum van J Mascis is. Die nam bijna alle instrumenten voor zijn rekening, slechts op 3 nummers bijgestaan door Dinosaurdrummer Murph. Lou Barlow richtte zich op zijn eigen band Sebadoh.

Alhoewel Soundgarden de top 10 net niet haalde, is zanger Chris Cornell toch vertegenwoordigd via de Screaming Trees. Als achtergrondzanger en producer stond hij Mark Lanegan en de gebroeders Conner bij op hun vijfde langspeler, die de opmaat vormt voor het een jaar later verschenen Sweet Oblivion. Chris Whitley valt de eer te beurt om als eerste cd een plaats in mijn top 10 te behalen. Het lijkt er op dat ik daarbij toch net wat strengere criteria hanteer dan bij vinyl. Maar Whitley voldoet daar met zijn fabuleuze gitaarspel en zang ruimschoots aan. Zelden leverde iemand zo’n doorleefd debuut af. De dooddoener dat je pas de blues kunt spelen en zingen als je diep in de ellende zit, lijkt hier echter zeker op zijn plaats, ‘It’s hard living with the law’.

De Utregse band The Comedown is de Nederlandse vertegenwoordiger in de top 10. De band rond zanger Ronald Visser, verantwoordelijk voor bijna alle teksten en muziek, had al een aantal aanstekelijke, op de sixties geënte singles op haar naam, voor ze in 1991 hun eerste en enige lp afleverde, op het lokale Keltlabel. Van alle markten thuis, maar als gemeenschappelijke noemer lekker spiechedelisch.

Scapegoats van het duo Dan Stuart en Chuck Prophet onder de naam Green On Red sneeuwde destijds enigszins onder in al het gitaargeweld uit de Verenigde Staten. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld Smashing Pumpkins en Soundgarden blijkt de plaat toch beter bestand tegen de tand des tijds.

Beste live LP uit 1991 is Weld van Neil Young en Crazy Horse, die de lijn ingezet op Ragged Glory ook live nog eens lekker doortrekken. Alhoewel destijds allemaal de veertig gepasseerd, doen ze geenszins onder voor de jongere garde die ze inspireerden. Als toef op de taart ging de dubbel cd-versie vergezeld van een cd uitsluitend gevuld met feedback. Slave To The Grind van Skid Row komt als beste hardrockalbum uit de bus: Get The Fuck Out!