Eind
jaren zestig was er in heel Nederland een ware explosie van beatbands. Met name
jongeren van het mannelijke geslacht en her en der ook jongedames begonnen
aangemoedigd door de Angelsaksische beatgolf zelf een band. Weinig stond ze in
de weg. Muzikale onderlegging was niet noodzakelijk, drie akkoorden zo geleerd
en iedereen kon zingen. Nog een drummer erbij en ze konden op zoek naar
optredens. De meeste bandjes hielden het niet langer dan een jaar vol. Serieuze
verkering of dienstplicht betekende in veel gevallen het einde van de band.
Bleven er nog een paar doorzetters over dan werd het bestaan nog wat gerekt met
een bezettingswijziging. De lokale en regionale popgeschiedschrijving staat vol
met dit soort bands. De meeste zijn inmiddels al lang vergeten, maar sommige
spreken nog steeds tot de verbeelding en zijn zelfs over de landsgrenzen
bekend.
Zo’n
band is Sound of Imker. Ze hebben goed en wel ruim een jaar bestaan, namen een
single op die niet werd uitgebracht, maar genieten (deels daardoor) wereldfaam.
Een eerste heruitgave van de single door Op Art in 1999 is net als het origineel
inmiddels een collector’s item. Begin dit jaar brachten Wouter van den Burg en
Peter Kroes op hun label Milkcow Records de single opnieuw uit, vergezeld van
een replica van een poster die beeldend kunstenaar en ontwerper Flip Drukker
maakte voor een optreden in De Kolk in Assen. De oplage van 500 exemplaren was
er binnen drie weken doorheen. Bestellingen kwamen van over de hele wereld, van
Frankrijk en Duitsland tot Costa Rica, Japan en de Verenigde Staten. Reden
genoeg om de korte geschiedenis van de band uit te zoeken, te meer omdat de
bestaande bronnen zich regelmatig tegenspreken. Zanger Peter Homan was bereid
tot een interview en Flip Drukker voorzag dat van een sfeerbeeld van Assen in
de tijd dat Sound of Imker actief was.
De
Asser scene
Zoals
de meeste Nederlandse steden kent ook Assen eind jaren zestig een levendige
jongeren- en muziekscene. De door
binnen- en buitenlandse beatmuziek aangestoken jongeren eisen hun eigen plek op
in de stad. In Assen is dat aanvankelijk het clubhuis van de speeltuin, dat
voor 5 gulden gehuurd kan worden. Daar spelen lokale bands als The Spencers en
Little Willy and The Strangers. Na een actie van een groep jongeren voor een
eigen plek, wijst de gemeente ze voor het symbolische bedrag van 1 gulden een
leegstaand gebouw toe. De jongeren zijn zelf verantwoordelijk voor de
verbouwing en zo hebben ze eind 1965 hun eigen plek, koffiebar Rask. Een plek
waar gelijkgestemde jongeren elkaar kunnen ontmoeten. Er worden geen
alcoholische dranken geschonken, gerookt wordt er des te meer. Er zijn
vertoningen van geëngageerde films en er treden regelmatig bands op. Het is
tevens een broedplaats van allerlei initiatieven, van plannen voor bandjes tot
het organiseren van festivals en evenementen waar die bands op konden treden. Al
snel zijn er meer ‘koffiebars’ in Assen, zoals Outcast, de latere thuisbasis
van Sound of Imker.
De
Asser jeugd heeft vergeleken met die in andere steden nog een extra stimulans
om een band te beginnen: Cuby + Blizzards. De band wordt in 1965 opgericht en
geniet al snel landelijke bekendheid. Jan Venhuizen, manager van de band, werkt
in de lokale radio-annex platenzaak van Lampe en zorgt dat daar de nieuwste muziek
in de bakken te vinden is. Vooral bluesmuziek zoals die van John Mayall doet
het goed, maar ook de platen van de ‘angry young men’ van Them zijn in Assen direct
na verschijning verkrijgbaar. Blizzards bassist Willy Middel heeft een
platencollectie waar menig jongere in Assen jaloers op is, zo weet Flip Drukker
te vertellen. Hij komt op 16-jarige leeftijd vanuit Goes naar Assen en is nauw
betrokken bij diverse initiatieven voor jongeren. Kortom, Assen is een
vruchtbare plek voor jongeren met plannen een bandje te beginnen.
Soundcheck
De
broertjes Robert en Remco Imker wonen samen met hun moeder en oudere zus Rosa
‘over het spoor’. Pa heeft zigeunerbloed en kan niet te lang op een vaste plek
zitten. Hij trekt dan ook al snel zijn eigen plan en laat moeder met de drie
kinderen in Assen achter. De jongste, Robert, die lokaal beter bekend is onder
zijn bijnaam Tokkel, richt in 1967 zijn eerste bandje op, Tokkie and the
Streetdogs. Niet lang daarna zit hij samen met zijn oudere broer Remco in Wie,
de Nederlandse Who, die optreedt in het clubhuis van de speeltuin. Beide broers
zitten in de bijstand en vullen hun tijd voornamelijk met gitaarspelen. Vooral
Robert valt al snel op door zijn fabelachtige solo’s.
Het
zal ergens in februari 1968 zijn geweest dat Peter Homan de broers op een feest
in het centrum van Assen tegenkomt. Hij kent beiden vaag. Na afloop van het
feest lopen ze gezamenlijk op naar huis, aan de andere kant van de spoorlijn.
Daar aangekomen is Sound of Imker opgericht. Remco heeft Peter op het feest
horen lachen en besluit dat hij de zanger zal zijn. Robert en hij zorgen voor
het gitaargeluid, waarbij Robert de solo’s voor zijn rekening neemt en Remco de
slaggitaar. Een drummer is snel gevonden in Paul Peijters uit het nabijgelegen
Roden. Remco is als oudste van de twee broers de initiatiefnemer en neemt ook
verder het heft in handen.
De
band repeteert eerst in een loods bij de familie Homan, maar verkast wegens
klachten van de buren over geluidsoverlast naar een schuur buiten Assen. De
rolverdeling is al snel duidelijk: Remco schrijft de muziek en Peter zorgt voor
de teksten. Ze hebben al snel een stuk of twaalf nummers, nu nog optredens en
een goede installatie. Voor dat laatste heeft Remco zijn zinnen gezet op Servaas
in Den Haag. Hij gaat niet voor minder dan zijn collega’s van The Golden
Earrings, al hebben ze geen cent te makken. Uiteindelijk leent de vader van
Peter de band de benodigde 1800 gulden. ‘Niet dat hij iets met de band had,
maar hij was allang blij dat ik van straat was’, vertelt Homan. Daar wordt nog
een busje aan toegevoegd en de wijde wereld kan veroverd worden, te beginnen in
Assen.
Nervous
Breakdown
Een
eerste optreden is gemakkelijk geregeld. Plaats van handeling is de zaal van
Boele Geerts aan de Groningerstraat in Assen. Remco voert de druk op zijn toch
al nerveuze broer zo op, dat Tokkel voor het optreden instort en vervolgens een
week in het ziekenhuis doorbrengt. Het optreden wordt uitgesteld en vindt,
zodra Tokkel het ziekenhuis verlaten heeft, doorgang. Wat het repertoire van de
band betreft kan Homan zich niet veel meer herinneren, ‘het was vooral hard en
snel en ons eigen repertoire was er zo snel doorheen dat we vervolgens een paar
covers speelden en daarna de gehele set nog een keer.’ Het optreden slaagt kennelijk
aan, want in de Drentse en Asser Courant van 18 april 1968 maakt Sjoerd Punter
in zijn wekelijkse jongerenrubriek Twienspot (later Pang) melding van de band. Sound
of Imker (of Ymker zoals steevast in de krant staat) heeft dan twee zaaloptredens
achter de rug en krijgt een zekere bekendheid.
Punter
citeert Jan Venhuizen (manager van Cuby +Blizzards): ‘Het is een goeie groep;
vooral die sologitarist heeft me verrast.’ Er is dan nog sprake van ene Marco
op bas, maar die naam komt later niet meer terug. Het artikel sluit af met de
aankondiging van een volgend optreden, de eerstvolgende zaterdag in De Schakel
in Smilde. De oudere zus van de broers Imker, Rosa, is manager van de band en
regelt dit soort zaken.
Robert Imker ('Tokkel'). Copyright: Sjoerd Punter
Homan
herinnert zich dat het toentertijd vrij gemakkelijk was om optredens te
regelen. ‘In elk dorp was wel een café met een podium, waar bandjes op konden
treden.’ De band wordt daarbij regelmatig gevolgd door een club van jongeren
uit Assen. ‘In Assen was ook niet altijd wat te doen in het weekend en dan
trokken we er op de Puch of Tomos op uit, naar de dorpen in de omtrek waar een
bandje optrad of iets anders te doen was’, zo vertelt Flip Drukker.
Via
Groningen naar Amsterdam…
De
band neemt zich voor de zomervakantie te gebruiken om een degelijke set op te
bouwen. Op vrijdag 16 augustus staan ze geboekt als onderdeel van de Magical
Mystery Tour in Groningen. Punter is weer present en schrijft het volgende in
de Drentse en Asser Courant van 22 augustus. ‘De Sound of Ymker trad voor de
eerste keer in Groningen op. En de Asser formatie had succes. Het nieuwe
oorspronkelijke geluid van de intens spelende zigeunerbroertjes Ymker (Tokkel
op de sologitaar en Remco op de bas), drummer Paul Paytes [sic] en rauwe zanger
Peter Homan deed omstreeks elf uur de tot tweehonderd liefhebbers uitgedunde
zaal wel iets.’ Hij geeft bovendien een sfeerbeeld van het optreden. ‘Er zit
vaak dreiging in de muziek. Dan klinkt de bas van Remco Ymker als ’t
angstigmakend geluid van een brulboei in de mist. Maar als gitaarwonder Tokkel
Ymker met een solo ’t initiatief overneemt, wordt het geluid bij vlagen
zangerig als het spel van de grote zigeunerviolisten.’
Bij
het optreden is ook Cees Wessels, destijds platenproducer en in 1980 oprichter
van het label Roadrunner, aanwezig die laat weten dat zijn maatschappij veel
van de band verwacht. Niks lijkt een nationale doorbraak van de band nog in de
weg te staan.
Het
gaat allemaal erg snel. Hoe het gegaan is weet Homan ook niet meer, alleen dat
het waarschijnlijk via iemand van de platenmaatschappij ging (Cees Wessel?),
maar in september staat Sound of Imker in het hoofdstedelijke Paradiso. ‘Na de
eerste vier nummers gespeeld te hebben, dachten we dat we wel in konden pakken
en terug naar Assen rijden. Er was totaal geen reactie vanuit de zaal. Het
publiek keek het allemaal een beetje aan en maar daar kwam vanaf het vijfde
nummer verandering in en uiteindelijk ging iedereen totaal los.’
…
En dan naar Hilversum
Begin
oktober neemt de band in de Phonogramstudio’s in Hilversum twee nummers op.
Punter bericht erover in zijn rubriek in de Drentse en Asser Courant van 16
oktober 1968. ‘De Asser Sound of Ymker heeft de vorige week een dag en een
nacht in de platenstudio doorgebracht om wat eigen nummers op te nemen. “Wat we
daar doen”, zegt de mond van de Sound, halve zigeuner Remco Ymker, “is iets
helemaal nieuws. Het is geen mooie muziek, hoor, het is wrede en rauwe muziek,
die nog slecht afgewerkt is ook. Het is alsof ze je bij de strot grijpen. Wat
de titels zijn …? Nou, dat weet ik niet. De ene kant is een tekst met “girls”
en de andere kant is iets met een trein.” Homan kort de opnames in tot een paar
uur, waarbij de technici de band maar een beetje aan laten modderen. Hoe het
ook zij, het belangrijkste op dat moment is dat er twee nummers zijn opgenomen:
Train of Doomsday en See those Girls. Punter sluit zijn stuk
af met de mededeling dat ‘het eerste singeltje van de Sound of Ymker (…) over
een maand in de platenzaken [wordt] verwacht.’
Harttransplantatie
Twee
weken later wacht de band een volgende uitdaging. Op zondag 3 november staan ze
samen met Cuby + Blizzards geboekt in Parkzicht in Veendam. Alhoewel de
onderlinge sfeer gemoedelijk is, heeft Sound of Imker iets bedacht om de
aandacht van de hoofdact af te leiden. Midden in het optreden verdwijnt zanger
Peter Homan van het podium en hullen de andere bandleden zich in witte
overalls. Vervolgens wordt Homan liggend op een brancard het podium opgereden.
Sjoerd Punter besteedt er vanzelfsprekend de woensdag volgend op het optreden aandacht
aan in zijn rubriek. ‘Niet alleen muziek maakte de Sound of Ymker. Er speelde
zich op het podium ook een “bloederige” scène af, die vijf mensen uit de zaal
deed flauwvallen…. Tijdens het nummer “Harttransplantatie” voerde één van de
roadmanagers met een vervaarlijk mes een operatie uit. Patiënt: zanger Peter
Homan, voor de afwisseling liggend op een soort draagbaar. Hij had een witte
doek over zich heen, die niet alleen een deel van zijn lichaam verborg maar ook
een ballon met rode kleurstof. Toen de “chirurg” toestak vloeide het “bloed”
rijkelijk. De zaal gruwde. Maar op het podium ging men bloedstollend door. En
de eerste slachtoffers vielen in de zaal met een lichte zucht op de dansvloer.
De drie andere (in stemmig wit geklede) heren van de Sound of Ymker
produceerden ondertussen op gitaren en drums een geluid van een hart, dat
steeds langzamer gaat kloppen, tot het stilstaat…. Peter Homan was ter ziele
gegaan. Levenloos werd hij van het podium gedragen. Tussen de coulissen keerden
de levensgeesten verwonderlijk snel terug, dat wel.
De
zaal oordeelde nogal verdeeld over deze stunt. Afgrijslijk, vond de een. Wel
leuk, de ander. Opnieuw was de Sound met een opschudding verwekkende stunt
tevoorschijn gekomen.’
Peter
Homan bevestigt het succes van de act, al zitten er ook minpunten aan. ‘We
hadden wel vaker problemen met zaaleigenaren, maar dat had meestal te maken met
het volume waarop we speelden. Ze hebben er meer dan eens de stekker uit
getrokken of de politie moest er aan te pas komen. Na dat optreden in Parkzicht
wilden sommige zaaleigenaren ons niet meer boeken, omdat ze bang waren dat de
hele boel onder de rode verf kwam te zitten. Ook de eigenaar van Parkzicht was
er niet echt blij mee, maar ja, hij wist nog niet wat er ging gebeuren.’ De act
wordt niet vast in de set opgenomen, maar Homan weet zeker dat ze het daarna
nog een paar keer hebben opgevoerd.
Frisbees
De
band zit inmiddels te wachten op bericht uit Hilversum dat de single klaar is.
Wanneer ze verzocht worden daar hun opwachting te maken, krijgen ze te horen
dat Phonogram de single, hoewel al geperst en van een hoesje voorzien, toch
niet uitbrengt. Ze zien er geen brood in. Het wijkt te veel af van wat
Phonogram uitbrengt. De band neemt de singles mee naar Assen. In Nederbeat van Frank van Dam is sprake
van 1000 singles, maar Peter denkt dat het er eerder 500 waren. Uit balorigheid
wordt een deel van de singles door de band als frisbee gebruikt. Van wat er
over blijft wordt nog een aantal verkocht en uitgedeeld. Een nieuwe
platenmaatschappij lijkt zich aan te dienen, als ze worden gevraagd voor te
komen spelen voor het nieuwe label van Willem van Kooten, Red Bullit, maar ook
dat levert niets op. Het schijnt de band niet te deren, ze hebben het druk met
optreden in de regio, waarbij af en toe ook een optreden net over de grens in
Duitsland, en zijn bovendien geboekt voor de tweede editie van Flight to
Lowlands Paradise op 28 december in de Utrechtse Jaarbeurshallen. Naast
internationale acts als Pink Floyd (ter vervanging van Jimi Hendrix), T. Rex en
The Pretty Things staan daar Nederlandse bands als The Zipps en stadsgenoten Cuby
+ Blizzards.
Poster voor The First Superfluous Improvisation Diary. Copyright: Flip Drukker
Twee
weken daarvoor op zaterdag 14 december staan ze ook nog op The First
Superfluous Improvisation Diary, een festival in een bovenzaal van De Kolk in
Assen georganiseerd door de lokale Provadya. De poster die Flip Drukker
hiervoor maakt, zit bij de heruitgave van de single op Milkcow Records. Volgens
de Drentse en Asser Courant zijn er bij het avondoptreden van Sound of Imker
350 mensen aanwezig. Dit is in ieder geval een van de optredens waar de
‘harttransplantatie’ wordt herhaald. Flip Drukker, een van de organisatoren en
bij het optreden aanwezig beaamt het indrukwekkende van de act. ‘Iedereen die
er was kan zich waarschijnlijk nog maar een ding van het festival herinneren en
dat was de act van Sound of Imker.’
Afsluiting
in stijl
Bij
de jaarwisseling kan de Sound of Imker op een succesvol eerste jaar terugkijken,
ondanks de mislukte platendeal. Ze hebben een vaste schare fans in de regio
Assen, in Sjoerd Punter een journalist bij de lokale krant die regelmatig
aandacht aan ze besteedt en ook alweer een aantal boekingen voor het nieuwe
jaar. Toch zijn er al aanwijzingen dat het allemaal niet op rolletjes loopt in
de band. De drie Assenaren zijn een hecht clubje, Peter woont zelfs een deel
van het jaar bij de Imkers, en drummer Paul Peijters blijft op de een of andere
manier een buitenstander, die er niet echt tussen kan komen. ‘Op een gegeven
moment hebben we hem op de terugweg van een optreden uit de auto gezet’,
vertelt Homan. ‘Hij bleef maar zeuren over het geluid en dat zijn drums niet
goed afgesteld waren.’ Het is duidelijk dat de band geen perfectie nastreeft en
dat het vooral om de lol gaat. Peijters denkt daar anders over. Geld houden ze
er ook niet aan over. ‘Wat we ’s avonds verdienden met optreden, was de
volgende dag meestal al weer op aan bier’, aldus Homan.
Alhoewel
de band doorgaat met optredens, krijgt naast Peijters ook Homan zijn twijfels
over de Sound of Imker. ‘Je gaat op een gegeven moment toch ook wat aan je
toekomst denken. Het was allemaal wel leuk en aardig, maar om nou te zeggen dat
er ook een toekomstperspectief in zat.’ Er wordt besloten de geboekte optredens
nog te doen en na het optreden half april in café Onder de linden in Vries te
stoppen. Met dat optreden wordt de carrière van Sound of Imker in stijl
afgesloten. De band is geboekt door een dansschool voor een dansavond. Na een
paar nummers komt de eigenaar van de dansschool het podium op en vraagt wanneer
er nu eens een nummer gespeeld wordt waar de leerlingen in stijl op kunnen
dansen. Wanneer de band gewoon doorgaat met het spelen van hun repertoire
dreigt het tot een handgemeen tussen de band en organisatoren en andere
aanwezigen te komen. In allerijl wordt de Capriciabar in Assen gebeld met het
verzoek om hulptroepen. ‘Dat was de stamkroeg van een groep Molukkers die we
nog van koffiebar Outcast kenden’, aldus Homan. De avond eindigt in een slaande
ruzie waarbij ze dankzij de hulptroepen ongeschonden de zaal kunnen verlaten,
echter zonder betaling. Op 23 april staat in Punters rubriek Pang de kop ‘Sound
of Ymker uiteen’.
Een
reünie zit er niet meer in
Homan
gaat naar de pedagogische academie de Eekhorst, maar houdt het daar na een jaar
ook alweer voor gezien. Vervolgens wordt hij sportjournalist voor het Dagblad
van het Noorden, wat hij tot zijn pensioen blijft doen. Ook daarna levert hij
sporadisch nog een bijdrage. Paul Peijters duikt in 1970 op in de Asser
formatie Phoenix, waarmee hij een single opneemt die wel de schappen in de
platenzaken haalt, Ode to Jimi Hendrix. Als Phoenix een jaar later ook uiteen
valt, zit ook de poploopbaan van Peijters er op. Niet lang daarna pleegt hij
zelfmoord.
De
broertjes Imker gaan nog even door met twee vervangers, maar gooien het bijltje
er al snel bij neer en zijn, in navolging van hun moeder, nog even
Jehovagetuigen. Maar lang heeft dat niet geduurd. Robert repeteert datzelfde
jaar nog met een band met Dick Beekman van Cuby + Blizzards en is begin jaren
zeventig kort betrokken bij Herman Broods Flash Band, maar ook dat loopt op
niets uit. ‘Tokkel kon prachtig gitaarspelen, maar vond het niets om twee keer
achter elkaar hetzelfde te spelen’, zo verklaart Sjoerd Punter. Hij raakt
langzaam maar zeker aan lager wal, volgens Punter vooral door de drank, maar
Homan ziet hier ook zeker drugs als oorzaak. ‘Tijdens Sound of Imker kwamen er
geen drugs aan te pas’, legt Homan uit. ‘Maar via Herman Brood, kwam Tokkel ook
in contact met speed en ander spul.’ Brood heeft dit altijd ontkent en ook
Sjoerd Punter zet hier zijn vraagtekens bij. Hij kwam tot 1978 regelmatig bij
Tokkel over de vloer en heeft hem nooit op enig gebruik kunnen betrappen.
‘Bovendien was Brood in die tijd berooid en maakte, als hij iets had, het
liever zelf op.’
In
de jaren tachtig en negentig is Tokkel de bekendste zwerver van Assen, tot hij
in 2001 op een winternacht in een oude keet op de Veemarkt overlijdt. Zijn
oudere broer Remco wordt uiteindelijk meubelmaker.
‘Een
reünie zit er niet echt meer in’, zo besluit Homan het gesprek. ‘Van de
originele band zijn alleen Remco en ik nog over. Mijn stem was al niet veel,
maar is er ook niet op vooruitgegaan en Remco’s gitaarspel zal er ook niet beter
op geworden zijn na een paar bedrijfsongevalletjes, waarbij hij een aantal
vingers is verloren.’ Toch kijkt hij inmiddels heel anders op de Sound of Imker
terug. ‘Ik heb me er na het opheffen van de band eigenlijk nauwelijks nog mee
bezig gehouden. Het was een leuke tijd. Pas de laatste jaren realiseer ik me
wat we in die korte tijd bereikt hebben.’ Zowel Remco als Peter waren verrast
door het succes van de heruitgave van de single en de bekendheid die de band
nog steeds geniet. ‘Toen we in Hotel De Jonge in Assen met Wouter en Peter van
Milkcow Records een biertje dronken op de heruitgave, bleek er buiten een hele
rij mensen te staan die hun single door ons gesigneerd wilden hebben. Ik wist
echt niet wat me overkwam.’
Met
dank aan Peter Homan, Flip Drukker, Sjoerd Punter en het Drents Archief
Bronnen:
Boivin,
B. en S. Timmer (concept en red.) (2006) Altied
underwegens: vijftig jaar lichte muziek in Drenthe. Emmen:
Publiqueuitgevers
Dam,
F. (2000) Nederbeat: de glorietijd van de
Nederpop. Amsterdam: Arena.
Oorspronkelijk verschenen in: Platenblad, nr. 219, 16 april t/m 27 mei 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten