Elk eind van het jaar vraagt René van Kaam de lezers van Platenblad om hun top 10 albums van 30 jaar geleden. Hieronder mijn lijstje van 1989.
1. Neil Young & The Restless –
Eldorado
2. The Cult – Sonic Temple
3. Bashung - Novice
4. The Stone Roses – The Stone Roses
5. Drivin’ n’ Cryin’ – Mystery Road
6. Lou Reed – New York
7. Bob Dylan – Oh Mercy
8. The Replacements – Don’t Tell a
Soul
9. The Jesus & Mary Chain –
Automatic
10. Green On Reed – This Time Around
1989 was het jaar dat veel oudjes weer eens een prachtplaat
afleverden. Ze hebben de top 10 niet allemaal gehaald. Zo maakte David Crosby
20 jaar na zijn solodebuut zijn comback met Oh Yes I Can, een antwoord op de
titel van zijn eerste plaat, If I Could Only Remember My Name. Niet alle
nummers zijn even sterk, maar Tracks In The Dust is een pareltje. Niko Bolas
zorgde voor de productie net als op het genadeloze Eldorado van oud-compaan
Neil Young. Die laat met Eldorado horen weer helemaal bij de tijd te zijn en
beult Old Black af, als nooit tevoren. De plaat verschijnt alleen in Australië
en Japan en wordt later dat jaar opgevolgd door Freedom. 3 nummers van Eldorado
zijn daar op terug te vinden, maar het prijsnummer van Eldorado, Cocaine Eyes,
ontbreekt Freedom bevat ook de nodige rustpunten in tegenstelling tot Eldorado
die van begin tot eind de grenzen van de decibelmeter opzoekt. En aangezien ik
mezelf de beperking heb opgelegd dat er maar een plaat van een artiest in de
top 10 mag, is dat Eldorado geworden.
The Cult levert met Sonic Temple de ideale hardrock LP af.
Het beste uit het genre wordt gecombineerd. Daar steekt het debuut van Skid Row
toch maar magertjes tegen af, al kan We
Are The Youth Gone Wild de concurrentie enigszins aan. Alain Bashung loopt al
jaren mee en heeft in Frankrijk een grote achterban. Dat wil buiten de grenzen
niet echt lukken. Op Novice wordt hij geassisteerd door gitaristen Jean-Marie
Aerts, Blixa Bargeld en Phil Manzanera. Het levert een prachtige sfeervolle
plaat op. Het debuut van The Stone Roses bevat bijna uitsluitend aanstekelijke
dansnummers en schaart zich daarmee ook in de top 10.
Veel bands keren de afgelopen jaren terug in mijn lijstjes
van 30 jaar geleden. Een van die bands is Drivin’ n’ Cryin’, de band rond
zanger/gitarist Kevn Kinney. Mystery Road is vooralsnog de beste plaat die ze
maken, de stijlen lopen uiteen van gemoedelijke country tot knetterharde rock.
Kinney weet het toch tot een prachtig, herkenbaar, geheel te maken. Ook Lou
Reed en Bob Dylan leveren in 1989 weer eens platen af die de moeite waard zijn
en tijdloos blijken. Daniel Lanois is als producer, hoe kan het anders,
duidelijk aanwezig op Oh Mercy. De teksten van Dylan blijken aan actualiteit
nauwelijks ingebonden te hebben. Ook Lou Reed laat met New York horen dat hij
nog lang niet afgeschreven is. Sommige nummers zijn voorgedragen gedichten met
een hoog Beat Generationgehalte, op andere gaat de volumeknop richting 10,
scheuren de gitaren en zingt Reed ongekend fel zijn boodschap de wereld in.
De opvolger van Please To Meet Me van The Replacements trekt
de lijn door, al haalt hij het net niet bij zijn voorganger. Weinig verrassend,
maar o zo heerlijke gitaarmuziek. Dat geldt ook voor Automatic van The Jesus
& Mary Chain. Oud-drummer Bobby Gillespie timmert intussen met Primal
Scream verder aan de weg, maar heeft de juiste toon nog niet gevonden. De
gelijknamige LP zwabbert een beetje tussen verschillende genres. Met name de
wat stevigere rocknummers kunnen me bekoren, en ook het wat ingetogenere You
Are Just Dead Skin To Me is prachtig. Als afsluiter het duo Dan Stuart en Chuck
Prophet, die met This Time Around weer een typisch Green On Red plaat maken.
Het debuut van Nirvana, Bleach, mag er ook wezen, maar valt net buiten de top
10, net als Buzz Factory van The Screaming Trees. Die moeten hun beste platen
nog maken en zullen de komende jaren de top 10 wel halen.