Posts tonen met het label vinyl. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vinyl. Alle posts tonen

woensdag 4 december 2024

LP top 10 1994

Het jaarlijks terugkerende verzoek van Platenblad om een top 10 van platen van dertig jaar geleden in te dienen, resulteerde dit jaar in onderstaand stukje. 60 lezers zonden hun lijstje met de beste 10 platen uit 1994 in. Dat leverde in totaal 292 verschillende platen op. Opvallend veel lijstjes die als enige een plaat noemen. Uit mijn lijst worden 4 platen door niemand anders genoemd: Alain Bashung - Chatterton, Arno & the Subrovnicks - Water, Claw Boys Claw - Nipple en Francis Cabrel - Samedi Soir sur la Terre. Franse platen komen sowieso nauwelijks in de lijstjes voor. Enige naast mij is Stan Rijven die La Dernière Année van De Palmas noemt.



1. Neil Young & Crazy Horse – Sleeps with Angels

2. Kyuss – Welcome to Sky Valley

3. The Black Crowes – Amorica

4. Alain Bashung – Chatterton

5. Arno & The Subrovnicks – Water

6. Johnny Cash – American Recordings

7. The Jon Spencer Blues Explosion – Orange

8. Claw Boys Claw – Nipple

9. Dinosaur Jr – Without a Sound

10. Francis Cabrel – Samedi Soir sur la Terre

 

Inventarisatie van mijn platenkast leert dat er uit 1994 28 albums aanwezig zijn. Na een eerste schifting bleven er daar 12 van over die in aanmerking kwamen voor een plaats in de top 10. Kevn Kinney’s Down Out Law en Mark Lanegan’s Whiskey for the Holy Ghost vielen helaas af. MTV Unplugged in New York van Nirvana is de enige live lp uit 1994 in de kast, maar dat was, ook met concurrentie, moeiteloos de beste live lp van dat jaar geweest.

Van de 10 platen die uiteindelijk over bleven zijn er 3 op cd, waarvan Water en Nipple ook alleen maar op cd zijn uitgebracht. Alleen Sleeps with Angels, Amorica, American Recordings en Without a Sound heb ik gekocht toen ze uitkwamen. Van wat ik nog meer direct heb aangeschaft in 1994 haalt het merendeel de platen- of cd-speler niet meer (Tori Amos, The Cult, R.E.M., The Rolling Stones, Soundgarden, The Tragically Hip).

Onbetwist de beste plaat uit 1994 is voor mij Sleeps with Angels. Waar op de voorgaande studiosamenwerking van Young met Crazy Horse, Ragged Glory, en de daarop volgende live dubbel lp Weld nog goed tekeer werd gegaan, laten ze op Sleeps with Angels horen dat het ook wat ingehoudener kan, zonder dat het aan kwaliteit inboet. Op Piece of Crap mogen ze even los gaan. Een minder nummer is op de plaat niet terug te vinden en op Change your Mind viert de typische Neil Young-improvisatie hoogtij. Het blijft een genot om deze band te horen. Terwijl bassist Billy Talbot en drummer Ralp Molina de basis leggen en gitarist Frank ‘Poncho’ Sampedro de achtergrond schildert, soleert Neil Young er op zijn kenmerkende manier op los.

Kyuss komt met zijn derde lp de tweede plaats. Het openingsnummer Gardenia zet direct de toon: een lang herhaalde, lome riff, waarna John Garcia invalt met de zang. Op de helft van de plaat kan de luisteraar met Space Cadet even bijkomen, waarna de band in Demon Cleaner weer verder gaat waar ze gebleven waren.

The Black Crowes leveren met Amorica voorlopig hun beste plaat af. Gitaristenduo Marc Ford en Rich Robinson wisselen elkaar prachtig af in begeleiding en solo. Zanger Chris Robinson verkeert in topvorm. Van een heel andere orde is Alain Bashung’s Chatterton. Van jazzy trompet gecombineerd met soundscape-achtige achtergronden tot het typische Franse chanson, maar altijd enigszins tegendraads en experimenteel. Met een gastrolletje voor Link Wray op een aantal nummers. Hoogtepunten: Ma Petite Enterprise, À Ostende en L’Apiculteur. Met onder andere oud-T.C. Matic-drummer Rudy Cloet en Geoffrey Burton op gitaar, levert Arno ook weer een prachtplaat af. Vooral Burton zorgt er voor dat Water voorgaande soloprojecten van Arno overstijgt.

Met American Recordings is Johnny Cash terug van weggeweest. Het begin van een reeks samenwerkingsprojecten met Rick Rubin die hem voor een nieuwe generatie op de kaart zetten. Jon Spencer’s Blues Explosion doet wat de naam belooft en geeft de blues een eigentijdse injectie waar je niet stil bij kunt blijven zitten. Nipple van Claw Boys Claw haalt met gemak het energieniveau van het vroegere werk, met John Cameron in topvorm. Dinosaur Jr gaat verder waar het met Where You Been gebleven was. Ook van Francis Cabrel hoef je geen verrassend geluid te verwachten, beide platen staan in hun genre echter wel aan de top.

zondag 9 juni 2024

Labelverzamel-lp's verzameld

 


De hoes zal veel platenverzamelaars bekend voorkomen, maar ook ik kwam er, net als Jan Vollaard, pas later achter wat het eigenlijk voorstelde. Echt goed bekeken had ik de hoes nooit, maar als ik er iets in zag was het een meloen of mango. En eigenlijk is het zo logisch dat je er nauwelijks omheen kunt. Het gaat om een verzamelelpee, een dubbele, van het label Island uit 1971, die tevens de titel van het boek van Jan Vollaard is: El Pea.


Voor Vollaard was de aanschaf van de plaat destijds een goedkope manier om de muziek van een aantal bekende bands en artiesten in huis te halen en daarnaast ook nog wat onbekendere te leren kennen. Island had toentertijd nogal wat bekende namen onder contract. Traffic, Free, Sandy Denny, Fairport Convention, Mott The Hoople, Jethro Tull en Emerson, Lake & Palmer staan allemaal op de verzamelaar. Voor Vollaard was het zijn eerste kennismaking met Nick Drake. De plaat betekende voor hem bovendien het begin van een inmiddels uitgebreide collectie labelverzamelaars op vinyl.

Het moge al duidelijk zijn, maar verdient wellicht toch nog enige nadruk, dat het hier dus niet om willekeurige verzamelelpees gaat, maar om verzamelelpees van een label. Dus met alleen artiesten die het label vertegenwoordigde op de plaat. Alle 13 Goed of Alle 14 Favoriet vallen dus buiten de boot. Vollaard heeft er meer dan zeventig met een korte bespreking opgenomen en doet als toegift nog eens vijfenzestig suggesties die eveneens de moeite waard zijn. En dat zijn ze nog lang niet allemaal.

Voor platenlabels was het een marketinginstrument om liefhebbers op een goedkope manier kennis te laten maken met wat zij zoal te bieden hadden. In een aantal gevallen leidde het ook tot een reeks. Denk aan Tamla Motown Is Hot Hot Hot!, That’s Soul of Tighten Up. Bijna elk label had er op zijn minst een en het blijkt ook nog eens van alle tijden. De meest recente in het boek dateert van 2019.



De meeste stukjes behandelen één plaat en beslaan twee pagina’s. Daarin is niet alleen aandacht voor de nummers die op de plaat staan, maar wordt meestal ook een korte geschiedenis van het label weergegeven. Daarmee geeft het boek ook een mooie blik op de muziekgeschiedenis en de ontwikkelingen in de muziekindustrie. Zo kende ik het label Transatlantic vooral van de Engelse folkband The Pentangle en soloplaten van Bert Jansch en John Renbourn. Nooit heb ik er bij stilgestaan dat de naam verwijst naar het initiatief van labeloprichter Nat Joseph om Amerikaanse muziek aan de andere kant van de Atlantische Oceaan uit te gaan brengen. Zo staat het boek boordevol leuke muziekfeitjes. Van elke plaat wordt bovendien een sleutelnummer besproken.

Veel van de platen die in het boek beschreven worden kun je ook tegenwoordig nog voor minder dan 10 euro in de tweedehandsplatenwinkel op de kop tikken. Er zit echter ook een aantal platen tussen die het veelvoudige van de originele prijs opbrengen en collector items zijn geworden. Sommige verzamelaars bevatten nooit eerder op vinyl uitgebrachte nummers van artiesten. Zo staan op de verzamelaar Beserkley Chartbusters Volume 1 vier nummers van Jonathan Richman (soms met The Modern Lovers) die nooit uit zijn gebracht. Ze zijn uiteindelijk in 2004 wel als bonustracks op een cd-heruitgave terecht gekomen, maar dat telt voor de ware vinylverzamelaar natuurlijk niet.



Bij sommige lemma’s heeft Jan Vollaard hulp gekregen van kenners die meer dan hij thuis waren in het genre dat op de verzamelaar terug te vinden is. Maar als de initialen niet waren toegevoegd zou je ze er niet makkelijk uit halen. Alle stukjes zijn even vloeiend geschreven en voorzien van een foto van de hoes van de desbetreffende plaat. Er zit echter ook een groot nadeel aan dit boek: voor degenen die met het verzamelaarvirus besmet zijn ligt een nieuwe verslaving op de loer.

 

 

Jan Vollaard – El Pea, de magie van de labelcompilatie. 

Assen: Koninklijke Van Gorcum. 

ISBN 9 789023 260141. Prijs: 25 euro


Oorspronkelijk verschenen in: Platenblad, nr. 283, 5 juni tot 17 juli 2024.

woensdag 26 januari 2022

Jaarlijst 2021


 

1. Feu ! Chatterton – Palais d’Argile 

2. Endless Boogie – Admonition 

3. Jeff Tweedy – Love Is The King

4. Claw Boys Claw – Kite

5. Ovlov – Buds

6. Mdou Moctar – Afrique Victime

7. Night Beats – Outlaw R&B

8. Farmer Dave & The Wizards of the West – S/T

9. Zaz – Isa

10. Rose City Band – Earth Trip

Een afwisselende lijst, de top 10 van platen die ik het afgelopen jaar aanschafte. Daarbij is de verschijningsdatum op vinyl het uitgangspunt en weet zodoende ook Jeff Tweedy nog een plaatsje te veroveren. Het merendeel van de artiesten gaat al wat jaren mee, met Feu ! Chatterton en Ovlov als uitzonderingen.

Met hun derde LP zet de Parijse band Feu ! Chatterton de lijn door die met de eerste twee albums was ingezet. Palais d’Argile is een erg afwisselende plaat maar met een erg herkenbaar geluid. Een van de hoogtepunten is Compagnons. De tekst van Jacques Prévert is eerder door onder andere Serge Reggiani en Yves Montand in verschillende versies op de plaat gezet, maar in de versie van Feu ! Chatterton onherkenbaar en van een erg aanstekelijke melodie voorzien. De opener van kant 3, Libre, bevindt zich aan het andere eind van het spectrum en bouwt in een kleine 10 minuten een spanning op die zich ontlaadt in een duel tussen bas en gitaar.

Zo afwisselend als Palais d’Argile is, zo eentonig is Admonition van Endless Boogie. Het is wel precies wat de bandnaam voorspelt: een eindeloze herhaling van een lekkere groove, maar zonder dat die ook maar even gaat vervelen. En dat is ook een ontzettende kunst, al lieten Jesper Eklow en kompanen ook op eerdere platen al horen het tot in de puntjes te beheersen.

Jeff Tweedy tapt op zijn lockdownplaat weer uit een geheel ander vaatje. Samen met zonen Spencer en Sammy nam hij in de studio aan huis 11 typische Tweedy nummers op waarbij hij zelf de bas, elektrische en akoestische gitaar voor zijn rekening nam. De liedjes ademen allemaal de geest van de titel van de plaat en bewijzen eens te meer dat Tweedy tot de beste singer songwriters gerekend kan worden.

Claw Boys Claw voegt met Kite een volgende prachtplaat aan hun inmiddels imposante oeuvre toe. Met Jeroen Kleijn op drums en Marc Bruystens op bas heeft de vaste kern Peter Te Bos en John Cameron inmiddels alweer drie platen gemaakt, waarbij Kite het voorlopige hoogtepunt is. Het tempo ligt vanzelfsprekend niet constant zo hoog als in de begindagen, maar aanstekelijk en enthousiast blijft het. Ik had ze graag live gezien in Paradiso, maar daar werd op het laatste moment een stokje voor gestoken.

Buds van Ovlov (zouden ze hun naam van een Zweeds automerk hebben?) is het derde album van het kwartet van drie broers Hartlett en Morgan Luzzi uit Connecticut. De inspiratiebron is overduidelijk gitaarmuziek uit de jaren negentig en gaat van ingetogen tot totaal ontsporend. En toch klinkt het allemaal net wat anders dan de inspiratiebronnen.

Het lijkt er op dat de Touaregsound in de Verenigde Staten ontdekt is. Nadat Bombino in 2013 een plaat met Dan Auerbach van The Black Keys opnam die uitkwam op Nonesuch, heeft Mdou Moctar via Jack White’s Third Man Records onderdak gevonden bij Matador. Dat komt de distributie ten goede, met als gevolg dat deze plaat in diverse jaarlijstjes in muziekbladen was terug te vinden. En terecht! De muziek blijft authentiek, maar verraadt duidelijk rockinvloeden. Die hoor je het best terug op het titelnummer waar de gitarist als een eigentijdse Jimi Hendrix alles uit zijn gitaar haalt.

Night Beats is inmiddels al een aantal jaar niet echt een band meer, maar het project van gitarist/zanger Lee Blackwell. Op Outlaw R&B revancheert hij zich voor het toch wel erg gladde Myth Of A Man. Overduidelijk met de wortels in de sixties, variërend van The Seeds, 13th Floor Elevators tot Ennio Morricone in Hell in Texas.

Farmer Dave houdt de vlam van Beachwood Sparks op zijn geheel eigen wijze brandende, Zaz levert met het aan haar eigen naam refererende Isa een mooie introspectieve dubbel LP af, herkenbaar maar geen moment saai. En ook Wooden Shjips gitarist Ripley Johnson blijft met zijn eigen Rose City Band op zijn derde LP in het uitgezette spoor met typische West Coast country psychedelica. 

 



Reissues

1. Allen Toussaint – Life, Love and Faith

2. My Bloody Valentine – Loveless

3. Elvis Presley – On Stage

4. Ro-D-Ys – Earnest Vocation

5. Various Artists - Essiebons Special 1974-1984 (Ghana Music Power House)

 

En gelukkig verschijnen er ook elk jaar weer wat pareltjes uit het verleden opnieuw op vinyl. Zo blijven ook deze platen betaalbaar beschikbaar en voegt Analog Africa met Essiebons Special weer een prachtige compilatie aan hun indrukwekkende catalogus toe.

 

vrijdag 27 augustus 2021

Platenzaakstickers #374

 

Radio Thie
Herestraat 46
Tel. 32592
(Groningen)

Op label, De Maastreechter Staar, 10" Shellac, My Old Kentucky Home, Philips N 12030 G (Nederland, 1956)


Radio Thie
Oude Ebbingestraat 38-40
Tel. 29810
Groningen
Ruilen is alleen mogelijk indien dit zegel ongeschonden blijft

Op achterzijde hoes, Montovani en zijn orkest, LP, Decca 625 370 QL (Nederland, 1966?)

Als eerbetoon aan Jan Kooi, mede-eigenaar van Elpee Groningen, die deze week veel te jong overleed, twee stickers van de winkel waar hij zijn eerste plaat kocht. Zoals in zijn bijdrage aan De platenzaak die mijn leven veranderde te lezen is, kocht Jan daar, toen hij 13 was, samen met zijn vader The Smoker You Drink, The Player You Get van Joe Walsh.

Radio Thie was een van de vele elektronicawinkels waar ook vinyl verkocht werd. Zoals uit de eerste sticker blijkt was de winkel aanvankelijk gevestigd aan de Herestraat om eind jaren 50 te verhuizen naar de Oude Ebbingestraat. De eerste sticker is een echte platenzaaksticker, de tweede een zegelsticker, bedoeld om te voorkomen dat mensen platen kwamen ruilen die ze al beluisterd hadden. Dat moest je maar in de winkel doen voor je hem kocht.

Radio Thie aan de Oude Ebbingestraat 38-40. Bron: Beeldbank Groningen

Radio Thie is in 2014 uitgeschreven uit de Kamer van Koophandel, maar vinyl zal er toen al wel niet meer in het assortiment gezeten hebben.

Jan leeft voort in mijn platenkast!

Jan Kooi in Elpee Groningen aan de Oosterstraat. Beeld: 3voor12


Met dank aan Evert Nijkamp die me de afbeeldingen van de stickers stuurde.