Maar liefst vijf jaar was Remko van Bork bezig met het
schrijven van Rotterdam Popstad. Zeventig jaar popmuziek in de Maasstad bracht
hij in kaart, wat resulteerde in een vuistdik naslagwerk van 559 pagina’s
waarin iedere muziekliefhebber wel iets van zijn gading kan vinden.
In zes genrehoofdstukken en vier hoofdstukken die een
periode belichten wordt een indrukwekkend overzicht gegeven van bands,
artiesten, platenlabels, podia, festivals et cetera. Vanzelfsprekend heeft Van
Bork daarbij een keuze moeten maken. Die keuze, die hij in het nawoord
verwoordt, is echter zo breed dat elke band of artiest die van enige betekenis
is geweest voor de Rotterdamse popmuziek in het boek voorkomt. De genres die
een afzonderlijk hoofdstuk krijgen toebedeeld hebben speciale betekenis gehad
voor de ontwikkeling van de Rotterdamse popmuziek of reikten tot ver daar
buiten.
De indorock, die in alle Nederlandse steden het
startsein van de lokale popmuziek is, staat logischerwijs in het beginhoofdstuk
centraal. Vervolgens belandt Van Bork via de periode 1960-1975 bij de
Rotterdamse soul. Was Den Haag Nederlands beatstad nummer 1, wat soulmuziek
betreft stond Rotterdam bovenaan. Ook metal, punk, dance en hiphop komen in
eigen hoofdstukken aan bod. Tussendoor komt de lezer alles te weten over de
periodes 1975-1990, 1990-2005 en 2005 en verder.
Waar de periodehoofdstukken logischerwijs in de tijd
afgebakend zijn, bestrijken de genrehoofdstukken, met uitzondering van het
beginhoofdstuk, de periode van ontstaan tot de huidige tijd. Zo begint het
hoofdstuk over soul eind jaren zestig, wanneer veel van de eerder ontstane
beatbandjes met toevoeging van een blazerssectie overstappen naar soulmuziek. Rotterdam
Soulstad beleeft zijn hoogtepunt in 1969. Bekendste in het genre zijn Free en
Swinging Soul Machine, met op de leadzang Iwan ‘Spooky’ Groeneveld. Hij zou
later bekend worden als helft van het duo Spooky and Sue, die uiteraard ook in
dit hoofdstuk aan bod komen. Via de thema’s R&B (met onder andere Re-play
en Roméo), Soul Sisters (zoals Sabrina Stark en Shirma Rouse) eindigt het
hoofdstuk met Overige Soul in de jaren tien met artiesten als Dragonfruit en
Nana Fofie.
Ook de andere hoofdstukken zijn onderverdeeld in
verschillende subgenres afgewisseld met stukken over onder meer podia en
platenzaken in het betreffende genre en festivals. De belangrijkste en
bekendste artiesten en bands komen uitgebreider aan bod, waarna de onbekendere
beschreven worden. Daarnaast bevat elk hoofdstuk lemma’s over personen die een
belangrijke rol hebben gespeeld in het besproken genre of tijdvak. Daardoor
blijft het boek ondanks de opsommingen van bands, artiesten en releases goed leesbaar.
Bovendien heeft Van Bork de beeldarchieven grondig doorgespit en is het boek
ruimschoots voorzien van beeldmateriaal.
Alle Rotterdamse coryfeeën passeren de revue. Daarbij hanteert
Van Bork het begrip popmuziek in de ruimste zin van het woord, waardoor ook
bekende Rotterdamse artiesten als André van Duin, Jacques Herb, Anita Meyer en
natuurlijk Lee Towers aan bod. Na lezing is duidelijk wat een ontzettende
rijkdom aan popmuziek Rotterdam heeft voortgebracht en ook wat de betekenis van
de stad voor ontwikkelingen, niet alleen binnen Nederland, maar in bepaalde
genres ook internationaal, heeft gespeeld.
In alle beschrijvingen valt vooral het enthousiasme
waarmee het boek geschreven is op. Je leest het plezier dat Van Bork bij het
onderzoek voor en het samenstellen van het boek heeft gehad van de pagina’s af.
Dat komt met name naar voren in de subjectieve oordelen die her en der te lezen
zijn. In het nawoord benadrukt hij dat al die kwalitatieve oordelen, zoals ‘een
aanstekelijk refrein’, ‘een transparant geproduceerd album’ of ‘een braaf
nummer’ van hem zijn, maar dat dat altijd gebaseerd is op het beluisteren van
de muziek. Juist deze persoonlijke oordelen maken de lezer benieuwd naar de muziek.
Met enige regelmaat onderbrak ik het lezen om op Discogs of Spotify een nummer
of plaat op te zoeken en na beluistering aan te schaffen.
Met Rotterdam Popstad heeft Remko van Bork een
monument opgericht voor de popmuziek in al zijn facetten in Rotterdam. Een
naslagwerk dat nog met enige regelmaat uit de boekenkast getrokken gaat worden
om wat op te zoeken.
Remko van Bork: Rotterdam Popstad. 70 jaar Rotterdamse
popmuziek. Rotterdam: Popunie, 2025. Prijs: 29,95 euro. Te bestellen via
popunie.nl.
Verschenen in: Platenblad, nr. 289, 12 maart tot 23 april 2025