donderdag 30 juni 2016

No Fun & Plurex (Boek & Plaat)



Een van de mooiste verhalen in het boekje No Fun Torso Plurex is die over de totstandkoming van de eerste en enige single van Tits op het Plurex label in 1978. Sam Tjioe werkt in de platenzaak van RAF aan de Amsterdamse Rijnstraat, destijds druk bezocht door disc jockeys en labelmanagers met een interesse in nieuwe muziek. Een van de vaste klanten is de dan 17-jarige Wally van Middendorp. Op een dag komt Wally de winkel binnen met een zelfgemaakte poster waar in grote letters op staat Tits – We’re so glad Elvis is dead. Niet lang daarna vraagt iemand van Phonogram aan Tjioe of hij nog lokale punkbands kent die voor het label interessant zouden kunnen zijn. Tjioe wijst hem daarop op de poster met de mededeling dat er een fantastische nieuwe band is, Tits. Bij het volgende bezoek van Van Middendorp aan de winkel vraagt Tjioe hem of hij kan zingen, want ze gaan een single maken. Tjioe vraagt een paar muzikanten die hij kent om voor twee nummers muziek te maken en Van Middendorp stort zich op de teksten. De eerste regel van We’re so glad Elvis is dead heeft hij in ieder geval al en de rest volgt snel. Voor de b-kant laat hij zich inspireren door een oudere man die hij vaak in cafés ziet in het gezelschap van een jonge punk. Dit resulteert in Daddy is my pusher. Als Phonogram uiteindelijk besluit dat de nummers toch niet bij het label passen, besluiten Tjioe en Van Middendorp de single dan maar zelf uit te brengen. Daartoe richten ze Plurex op. Middendorps broer Rob biedt aan het hoesje te ontwerpen en de eerste single op Plurex is een feit.

In deze anekdote zitten al direct bijna alle belangrijkste spelers in de geschiedenis van de punklabels Plurex en No Fun. RAF was het centrum waar het allemaal begon. Wally van Middendorp en Tjioe staan aan de basis van Plurex en Tits en zullen daarna het Plurex label verder uitbouwen. Daarnaast is er Hansje Joustra die winkelmanager is bij RAF. Hij begint eind 1978 aan de Rozengracht een filiaal van RAF, gespecialiseerd in punk, onder de naam No Fun. Een label met dezelfde naam volgt niet lang daarna. Uiteindelijk verschijnen er op het label in 1978 en 1979 vier singles, waarna de naam veranderd wordt in Torso. Dat wordt begin jaren tachtig weer overgenomen door de Amsterdamse platenzaak Boudisque en gaat zich dan richten op buitenlandse alternatieve muziek. Plurex gaat langer door en houdt uiteindelijk in 1983 op. 

Aanvankelijk verkopen de eerste singles op No Fun en Plurex niet bijster goed. Enkele belanden uiteindelijk zelfs in de uitverkoopbakken bij RAF waar ze voor 20 cent (0,10 euro) weg mogen. Wie op dat moment zijn slag heeft geslagen is spekkoper. Inmiddels zijn de eerste singles op Plurex en No Fun collector’s items waar verzamelaars soms wel 200 euro voor neertellen. Het Japanse reissue label 1977 Records brengt er ook een aantal opnieuw uit in kleine oplages van 500 exemplaren.


Begin dit jaar verscheen op Pseudonym, vooral bekend van heruitgaves van Nederlandse beatmuziek en psychedelica uit de jaren zestig en begin jaren zeventig, de verzamelaar  I don’t care, met daarop alle singles verschenen op No Fun en de eerste drie singles op Plurex, aangevuld met een niet uitgebrachte single van Ton van der Meer. De plaat geeft een goede indruk van de Nederlandse punk in de beginperiode. Voor een deel zijn het gelegenheidsbands die niet meer dan een single hebben uitgebracht, zoals God’s Heart Attack, Helmettes, Tits, Mollesters en Filth. Uitzonderingen zijn Mecano Ltd., dat later als Mecano verder zal gaan en de Groningse band Subway, die in een andere bezetting al eind jaren zestig actief waren, maar tien jaar later aanhaken bij de punkbeweging en naast de single ook nog een lp uitbrengen. Wat bij beluistering van de plaat vooral opvalt is dat de Nederlandse punk, in tegenstelling tot haar Engelse voorbeelden, tekstueel veel minder maatschappijkritisch is. Ook muzikaal is het niveau hoger dan je zou verwachten, wat waarschijnlijk te maken heeft met het inschakelen van sessiemusici bij de opnames. Bovendien blijken de meeste nummers de tand des tijds met gemak doorstaan te hebben en klinken ze opvallend fris en goed opgenomen. De term amateuristisch is hier absoluut niet van toepassing. Op de achterkant van de hoes zijn de hoesjes van de singles afgebeeld en op de binnenkant van de uitklaphoes staat een mooi stuk van NRC-muziekjournalist Jan Vollaard.

Wie aan dit verhaal niet genoeg heeft en ook wil weten wat er na 1978 op Torso en Plurex werd uitgebracht, is er het boekje van Oscar Smit (ooit redacteur van het tijdschrift Vinyl) en Leonor Faber-Jonker (auteur van No Future Nu, waarin ze de geschiedenis van de Nederlandse punk beschrijft). Het boek is origineel van opzet in de zin dat in korte lemma’s alle bands die op de labels verschenen behandeld worden, voornamelijk aan de hand van citaten van de bandleden zelf. Dit levert de nodige mooie anekdotes op zoals die waarmee dit stuk begint. Het boekje bevat daarnaast ook informatie over andere betrokkenen, zoals ontwerper Joost Swarte die labels, hoesjes en logo’s ontwierp voor No Fun en Torso. Ook de voorzijde van de hoes van I don’t care is van zijn hand. De vormgeving van het boekje past perfect bij het onderwerp maar is met name in de titels en kopteksten niet altijd even leesbaar. Bij sommige bandnamen moet je wel drie keer kijken wat er nu eigenlijk precies staat. Dit kleine manco wordt echter ruimschoots goedgemaakt door de zeer lezenswaardige teksten.
Voor wie zich in een keer op de hoogte wil stellen van de beginperiode van de Nederlandse punk zijn plaat en boekje een onmisbaar koppel, die bovendien gelijktijdig geconsumeerd kunnen worden.

André Nuchelmans

Various Artists: I don’t care: The No Fun and Plurex Singles (LP, Pseudonym)
Smit, Oscar en Leonor Faber-Jonker: No Fun Torso Plurex: Flashback to the punk and post-punk era. Amstelveen/Corfu: Black Olive Press. Verkoopprijs: € 15,-. 30 exemplaren met prentjes van Joost Swarte & Max Kisman. Verkoopprijs: € 75,-. De boekjes zijn te bestellen via blackolivepress@xs4all.nl.

Oorspronkelijk verschenen in Platenblad, nr. 219, 16 april t/m 27 mei 2016

dinsdag 28 juni 2016

Platenzaakstickers #241

do re mi
Nieuwlandstraat 51
Tilburg

Op achterzijde hoes, Miles Davis, LP, Four & More, CBS 62655 (Nederland, 1966)

Een toepasselijke naam voor een winkel die liedjes verkoopt en het bewijs dat er van een ordinaire plakbandsticker ook nog wel wat te maken valt. Duidelijk is dat de eigenaar van do re mi wel van bolletjes hield. Alle klinkers van de winkelnaam zijn er mee opgesierd en daar tussen door zweven nog wat witte exemplaren. En dat alles in een zwart kader tegen een witte achtergrond. De informatie op de sticker is niet meer dan het noodzakelijke: naam, adres en plaatsnaam.

Do re mi zat aan de westrand van het centrum van Tilburg. De winkel speelt een hoofdrol in een bijdrage aan het blog op Cultureel Brabant over platenhoezen. Deze bijdrage gaat over het bemachtigen van de Bob Dylan bootleg Little White Wonder, die dateert uit 1971. De schrijver, H. van Boxtel, verhaalt van de geheimzinnige sfeer die deze en andere 'witte' lp's omgaf. Die waren alleen in Amerika te bestellen of bij een rijdend bestelbusje te koop. En die lag dus gewoon bij do re mi in de Nieuwlandstraat!

Inmiddels kun je aan de Nieuwlandstraat 51 terecht bij Brasserie Café Noir voor een hapje en een drankje.


Met dank aan Bjorn Graafland van Concerto die me de sticker ter beschikking stelde.

dinsdag 21 juni 2016

Platenzaakstickers #240

De Artist
Grammofoonspecialist
De Artist NV Luttekestraat 5 Zwolle Tel 11777

Het is mij niet bekend op welke plaat deze sticker, die Pierre Gouweloos me stuurde, zat. Dezelfde sticker zat echter ook op de LP Silverbird van Leo Sayer uit 1973. Alles wijst er op dat deze sticker nog een voorganger had en wel deze.

Grammofoon-Specialist

De Artist
Luttekestraat 5 - Zwolle
Telefoon 05200-11777

Ook hier is de LP of single waar de sticker op zat mij helaas onbekend. De sticker werd door een onbekende bij Bjorn Graafland van Concerto afgeleverd, speciaal voor dit blog. De vormgeving duidt er op dat dit een oudere sticker is. Voorzien van het befaamde kartelrandje dat ontstaat wanneer bij verkoop van de plaat de catalogusgegevens afgescheurd worden om een nieuw exemplaar voor de winkel te bestellen. Ten tijde van de goudkleurige sticker was men overgestapt op een ander inventarisatiesysteem.

Eigenlijk een bijzonder rare naam voor een platenzaak, de artist. Als de engelse vertaling van artiest wordt bedoeld, waarom dan ook niet het lidwoord in het engels? Nu doet het toch enigszins denken aan 'de autist'. Niet dat die er niet zijn onder de platenhandelaren, maar het is niet bepaald reclame voor een winkel.

Ook het logo op de bovenste sticker is onduidelijk. Het kan een mannetje zijn dat juicht, maar heeft ook wel iets weg van een stemvork of een bekertje waar een balletje in op wordt gevangen. De connectie met de handelswaar of de naam van de winkel is niet direct helder.

De Artist wordt op internet vaak in een adem genoemd met Fox en Sam Sam, platenzaken met een vergelijkbaar aanbod. De winkel werd in 1965 geopend door Dave 'You've Got That Strange Effect On Me' Berry (zie onderstaand filmpje).




Getuige de beelden wist hij daar een aardige mensenmassa op de been te brengen. Het was zo opzienbarend, dat het destijds het tv-journaal haalde. Een betere reclame had De Artist zich niet kunnen wensen, als is van de platenwinkel in het filmpje nagenoeg niets te zien. Wellicht was dit een hint naar de toekomst, want de winkel is inmiddels daadwerkelijk verdwenen uit het Zwolse straatbeeld.

dinsdag 14 juni 2016

Platenzaakstickers #239



Schuurman
Het platenhuis voor Utrecht
Oudegracht 260 - St. Jacobsstraat 53

Op voorzijde hoes, Leo Leandros, 7", Mustafa, Philips 345 228 PF (Duitsland, 1960)

'Jaap Schuurman opende zijn radiozaak in 1926. Aan de Oudegracht, tegenover Tivoli', zo is te lezen in een column van Cees Grimbergen in het AD/Utrechts Nieuwsblad van 13 januari 2010. Behalve radio's, behoorden ook naaimachines, stofzuigers en fonografen tot het assortiment van Schuurman. Logischerwijs kwamen daar op een gegeven moment ook platen bij. De zaak liep goed en in 1960 was er een tweede filiaal in de St. Jacobsstraat bij gekomen. In 1985 zijn er zeven vestigingen en honderd werknemers, het dubbele van 1951. Op het moment van sluiten in januari 2010 zijn er, naast de hoofdvestiging aan de Oudegracht nog drie filialen: in de Twijnstraat, in De Meern en in Maarssen.

Zoals op onderstaande foto van de hoofdvesting te zien is, bestond het merendeel van de handelswaar van Schuurman in de jaren zeventig uit radio- en televisietoestellen.


Schuurman is altijd een familiebedrijf gebleven. Na Jaap, die het bedrijf oprichtte, kwam Eiko. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Bram, die de deuren achter zich sloot. Zijn vader ging persoonlijk naar de filialen om de medewerkers daar van de sluiting op de hoogte te brengen. Concurrentie van ketens als BCC en Mediamarkt deed het familiebedrijf de das om. Schuurman was toen inmiddels onderdeel van Expert geworden.

Op het overzicht van verdwenen Utrechtse Plaatzaken van Hans Dinkelberg staat nog een voorganger van bovenstaande sticker, toen Schuurman nog geen filiaal in de St. Jacobsstraat had.




Van deze sticker bestaat ook nog een blauwe variant, die Evert Nijkamp mij stuurde.





Op achterzijde hoes, Theo van der Pas, 10", Beethoven - Sonata Pathétique No. 8 / Moonlight Sonata No. 14, Philips A 00609 R (Nederland, 195?)

Alle stickers zijn voorzien van het befaamde kartelrandje onderaan.


Met dank aan Jeroen van de Beek, die mij de bovenste sticker stuurde, en ja, Leo Leandros is inderdaad de vader van Vicky.