Glorie
Ceintuurbaan 79
Amsterdam
Op voorzijde hoes, The Beatles, 7", Strawberry Fields Forever, Parlophone R 5570 (Nederland, 1967)
Bijna elk jaar voegt Uitgeverij kleine Uil een deel aan de Muziekreeks toe. Dit jaar is dat Vrijdenkers in muziek: alternatieve Nederpop van 1980 tot nu van de hand van Edwin Hofman. In 2020 verscheen van hem in de reeks al een boek met bijna dezelfde titel, Avonturiers van de Nederpop: veertig jaar eigenzinnige Nederlandse popmuziek, als derde deel in de reeks. Hofman gebruikt de termen avontuurlijk en vrijdenkers zelf ook naast elkaar als hij in het voorwoord schrijft: ‘Noem de muzikanten avonturiers, noem ze vrijdenkers, het zijn in ieder geval muzikanten die de Nederlandse pop, rock, hiphop en elektronische muziek hebben verrijkt met hun avontuur, creativiteit en lef’. Voor beide boeken interviewde hij Nederlandse muzikanten, die hun sporen in het alternatieve circuit hebben achtergelaten. Het verschil tussen de muzikanten die hij voor beide boeken interviewde wordt uit de titel dus niet duidelijk. Als er een onderscheid is dan is het dat in Vrijdenkers in muziek toch de net iets meer experimenterende muzikanten aan bod komen, die niet op een genre zijn vast te pinnen.
In 2011 schreef
Hofman voor het online magazine Written in Music de 26-delige serie Postpunk
Nederland. Veel van de bands die hij daarin behandelde komen ook terug in Vrijdenkers
en Avonturiers. Zo komen De Div, Eton Crop, Mecano en Gruppo Sportivo
aan bod in de online-serie en bevat Vrijdenkers interviews met hun
respectievelijke frontmannen Marc de Reus, Erwin Blom, Dirk Polak en Hans
Vandenburg. Die vulde hij aan met stukken op basis van gesprekken met David
Fagan, Truus de Groot, Josh Haijer, Erik de Jong, Arjen de Vreede, Chantal
Acda, Willem Smit en Berend Dubbe. Vreemde eend in de bijt is de Friese boeker
Jan ten Boom. Bij elkaar een mooie greep uit 40 jaar Nederlandse alternatieve popmuziek.
De gesprekken
leveren wederom lezenswaardige stukken op waarin Hofman op aangename wijze de
ontwikkelingen en projecten van de muzikanten chronologisch beschrijft en
daarnaast een beeld schetst van de veranderingen in het muzieklandschap en de
muziekindustrie. Het zijn allemaal eigenzinnige, creatieve geesten, wat het
niet altijd makkelijk maakt om van je inkomsten als muzikant te leven. Boeker Jan
ten Boom is net zo eigenzinnig en past dus perfect in het rijtje. Hij heeft een
aardig deel van de Nederlandse alternatieve bands sinds begin jaren negentig van
optredens voorzien en heeft dat altijd op zijn eigen voorwaarden en manier
gedaan. Een aantal van de muzikanten die aan het woord komen is een tijdje
afwezig geweest uit de muziekwereld. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan
kan, dus keren ze na verloop van jaren weer terug. Anderen zijn nooit
weggeweest, maar zijn andere muzikale wegen gaan bewandelen of zijn enigszins
uit de aandacht verdwenen. Dat staat hun productiviteit echter niet in de weg. De
Nederlandse alternatieve popscene blijkt een klein wereldje, zo merk je aan de
dwarsverbanden met andere artiesten die in dit of het vorige deel aan bod
komen.
De variatie in de muzikanten
die Hofman voor dit boek gemaakt heeft, zorgt voor afwisselende stukken,
waardoor het nooit gaat vervelen. Je kunt alle stukken achter elkaar lezen of
het boek als een soort naslagwerk bij de hand houden. Veel van de muziek die
aan bod komt is inmiddels via streaming te beluisteren, maar de beschrijvingen
nodigen toch vooral uit om een aantal namen paraat te houden bij een bezoek aan
de tweedehandsplatenzaak. Ook los daarvan hebben beide delen een belangrijke
waarde omdat ze laten zien hoe breed en interessant de Nederlandse alternatieve
popgeschiedenis is. Een must voor iedereen die daar meer van wie wil weten.
Edwin Hofman – Vrijdenkers in muziek: alternatieve Nederpop van 1980 tot nu.
Groningen: Uitgeverij kleine Uil.
ISBN 9789493323278.
Prijs: 21,50 euro
Oorspronkelijk verschenen in: Platenblad, nr. 283, 5 juni tot 17 juli 2024
De hoes zal veel platenverzamelaars bekend voorkomen, maar ook ik kwam er, net als Jan Vollaard, pas later achter wat het eigenlijk voorstelde. Echt goed bekeken had ik de hoes nooit, maar als ik er iets in zag was het een meloen of mango. En eigenlijk is het zo logisch dat je er nauwelijks omheen kunt. Het gaat om een verzamelelpee, een dubbele, van het label Island uit 1971, die tevens de titel van het boek van Jan Vollaard is: El Pea.
Het moge al duidelijk zijn, maar verdient wellicht
toch nog enige nadruk, dat het hier dus niet om willekeurige verzamelelpees
gaat, maar om verzamelelpees van een label. Dus met alleen artiesten die het
label vertegenwoordigde op de plaat. Alle 13 Goed of Alle 14 Favoriet vallen
dus buiten de boot. Vollaard heeft er meer dan zeventig met een korte
bespreking opgenomen en doet als toegift nog eens vijfenzestig suggesties die
eveneens de moeite waard zijn. En dat zijn ze nog lang niet allemaal.
Voor platenlabels was het een marketinginstrument om
liefhebbers op een goedkope manier kennis te laten maken met wat zij zoal te
bieden hadden. In een aantal gevallen leidde het ook tot een reeks. Denk aan Tamla Motown Is Hot Hot Hot!, That’s Soul of Tighten
Up. Bijna
elk label had er op zijn minst een en het blijkt ook nog eens van alle tijden.
De meest recente in het boek dateert van 2019.
De meeste stukjes behandelen één plaat en beslaan twee
pagina’s. Daarin is niet alleen aandacht voor de nummers die op de plaat staan,
maar wordt meestal ook een korte geschiedenis van het label weergegeven. Daarmee
geeft het boek ook een mooie blik op de muziekgeschiedenis en de ontwikkelingen
in de muziekindustrie. Zo kende ik het label Transatlantic vooral van de
Engelse folkband The Pentangle en soloplaten van Bert Jansch en John Renbourn.
Nooit heb ik er bij stilgestaan dat de naam verwijst naar het initiatief van
labeloprichter Nat Joseph om Amerikaanse muziek aan de andere kant van de
Atlantische Oceaan uit te gaan brengen. Zo staat het boek boordevol leuke
muziekfeitjes. Van elke plaat wordt bovendien een sleutelnummer besproken.
Veel van de platen die in het boek beschreven worden
kun je ook tegenwoordig nog voor minder dan 10 euro in de tweedehandsplatenwinkel
op de kop tikken. Er zit echter ook een aantal platen tussen die het
veelvoudige van de originele prijs opbrengen en collector items zijn geworden. Sommige verzamelaars bevatten nooit eerder op vinyl uitgebrachte nummers van artiesten. Zo staan op de verzamelaar Beserkley Chartbusters Volume 1 vier
nummers van Jonathan Richman (soms met The Modern Lovers) die nooit uit zijn
gebracht. Ze zijn uiteindelijk in 2004 wel als bonustracks op een cd-heruitgave
terecht gekomen, maar dat telt voor de ware vinylverzamelaar natuurlijk niet.
Bij sommige lemma’s heeft Jan Vollaard hulp gekregen
van kenners die meer dan hij thuis waren in het genre dat op de verzamelaar
terug te vinden is. Maar als de initialen niet waren toegevoegd zou je ze er
niet makkelijk uit halen. Alle stukjes zijn even vloeiend geschreven en
voorzien van een foto van de hoes van de desbetreffende plaat. Er zit echter
ook een groot nadeel aan dit boek: voor degenen die met het verzamelaarvirus
besmet zijn ligt een nieuwe verslaving op de loer.
Jan Vollaard – El Pea, de magie van de labelcompilatie.
Assen: Koninklijke Van Gorcum.
ISBN 9 789023 260141. Prijs: 25
euro
Oorspronkelijk verschenen in: Platenblad, nr. 283, 5 juni tot 17 juli 2024.
Op achterzijde hoes, The Hollies, LP, Hollies Sing Dylan, Parlophone PMC 7078 (Verenigd Koninkrijk, 1969)
Een sticker met een verhaal, deze inzending van Anton Speijers. De winkel, op de sticker Discobar geheten, werd in de volksmond in Winterslag, een stadsdeel van Genk in Belgisch Limburg, Betty's discobar genoemd. Van hieruit begon het verkoopsucces van Rocco Granata met zijn hitsingle Marina in 1959. Het nummer, in de haast door Granata zelf geschreven als b-kant van de single Manuela, werd een internationaal succes. Er werden miljoenen exemplaren van verkocht en het werd wereldwijd door bekende artiesten gecovered. Willy Alberti was verantwoordelijk voor de Nederlandse versie. Granata had op eigen kosten 300 exemplaren van de single laten persen en ging daar zelf de lokale platenzaken mee af. De eerste winkel die hij aandeed was de Discobar van Betty Peeters, die 25 exemplaren van Rocco overnam. Niet lang daarna stonden de platenfirma's bij de familie Granata op de stoep en werd de oplage aanzienlijk opgeschroefd.
In 2015 verscheen in het tijdschrift van de lokale heemkundige kring Heidebloemke een artikel over de winkel van Betty. Daarin is te lezen dat Betty, geboren in 1934, op last van haar vader moest stoppen met haar opleiding om de winkel te komen werken. Begonnen als verkoper van dagbladen begin jaren dertig, werd de winkel aangevuld met kachels, lampen, televisietoestellen en radio's en op een gegeven moment ook platenspelers. Daar hoorden natuurlijk gramofoonplaten bij. De platenafdeling werd de verantwoordelijkheid van Betty.
In 1953 lieten haar ouders nieuwbouw bouwen waarnaar alle winkelactiviteiten werden overgeplaatst. Die vonden eerst in het woonhuis plaats. In die winkel kreeg Betty haar eigen afdeling waar ze platen verkocht. In die afdeling liet Rocco Granata haar voor het eerst zijn single horen. Betty was zo enthousiast over de b-kant dat ze de single over de jukeboxen die ze moest vullen verdeelde en de café-eigenaren een paar 5 Francstukken gaf om de single regelmatig te draaien.
Betty trouwde in met Jean Gyselinck. Enige jaren later besloot het echtpaar hun eigen winkel op te zetten. Dat werd Betty's Discobar, iets verderop in de Vennestraat. De winkel opende op 17 februari 1965.
In de jaren tachtig maakte ze nog, als een van de eersten, de overstap naar cd's. De winkel kreeg het echter steeds moeilijker, door de kleinere winstmarges op cd's en de concurrentie van winkelketens. Toen Betty 42 jaar in het vak zat en de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, hield de winkel op te bestaan. Voor wie nog meer details wil weten, is het hele artikel uit Heidebloemke inmiddels via de website te lezen.
De Genkse groep The Foottappers poserend voor de Discobar ter gelegenheid van de promotie van hun nieuwe single Don't You Cry, 1966. Bron: Heidebloemke
Met dank aan Heemkring Heidebloemke, die me het artikel uit het tijdschrift toestuurde. Daar zijn ook de foto's uit afkomstig.
Goldschmeding
Grote Markt 8
Haarlem
Telefoon 11338
Op achterzijde hoes, Das Philarmonia Promenaden Orchester/Das Philarmonia Orchester London, 7", Musikalisches Mosaik, Columbia C 41 155 (Duitsland, 195?)
Kringloopwinkels zijn een goed jachtterrein voor platenzaakstickers. Je treft er meestal stickers aan van winkels in de directe omgeving. Deze is afkomstig uit Dorcas in Heemstede. De keten van Goldschmeding kwam al ter sprake bij platenzaaksticker 224 van Bender. Goldschmeding begon in 1872 als importeur van huisorgels aan de Warmoestraat 141 in Amsterdam. De firma voorzag daarmee in een behoefte van een groot deel van christelijk Nederland. Later specialiseerde de firma zich in piano's en orgels, maar moest in 1928 noodgedwongen ook radio's aan haar assortiment toevoegen, zo is te lezen op de pagina gewijd aan de firma op winkelstories. Zoals gebruikelijk werd dat aanbod in de loop der tijd ook aangevuld met aanverwante apparatuur zoals platenspelers, die toentertijd nog op een radio aan te sluiten waren. Deze winkels hadden logischerwijs ook een beperkt aanbod aan vinyl. In ieder geval genoeg om er een sticker voor te laten ontwerpen om op de plaatjes te plakken.
Het familiebedrijf Goldschmeding, in de hoogtijdagen gevestigd aan de Raadhuisstraat 46-48-50 in Amsterdam, opende in 1924 een filiaal in Haarlem. Daarnaast waren er filialen in Hilversum, Rotterdam, Goes en Kampen. In 1986 hield het bedrijf op te bestaan. Het vinyl was tegen die tijd al uit de winkel verdwenen. In 1977 moest de radioafdeling wijken voor het toenemende aanbod aan vleugels en piano's.
De aanzet voor de teloorgang van Goldschmeding was de dood van de 59-jarige financieel directeur Ger Goldschmeding in november 1976. Op weg van de winkel aan de Raadhuisstraat naar zijn auto kwam hij als gevolg van een misdrijf om het leven. Daar zit vast een boek en film in.
Op achterzijde hoes, Erroll Garner, EP, Erroll Garner, Philips 429 456 BE (Nederland, 195?)
Klooster & Kiebert bezuinigden op de verzegelstickers die in de jaren 50 gebruikelijk waren om te voorkomen dat platen thuis gedraaid werden en dan weer werden teruggebracht. Ben hen werden gramofoonplaten sowieso niet geruild. Een heldere opstelling en dus ook geen gedoe met half verbroken zegelstickers et cetera.
Klooster & Kiebert is de derde winkel in Alkmaar in dit blog en een oudje. Op de website Muziekschatten is bladmuziek terug te vinden van Alkmaar de victorie, die door Klooster & Kiebert is uitgegeven. In het Regionaal Archief Alkmaar zijn verschillende beelden van de winkel terug te vinden vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw tot begin jaren zeventig. Opvallend is dat er sprake is van een winkel op Mient 22 op de oudste en de jongste foto en dat foto's uit de jaren vijftig en zestig een winkelpand van Klooster & Kiebert op nummer 17 van Mient laten zien.
Bij de laatste winkel is sprake van Muziekhandel Klooster & Kiebert. Daar zijn ook duidelijk muziekinstrumenten in de etalage te zien. Mogelijk is de winkel op nummer 22 begonnen en is er ergens in de jaren vijftig of eerder een filiaal aan de overkant begonnen waar de muziekinstrumenten zijn ondergebracht. Op Mient 22 zou de firma dan verder zijn gegaan met geluidsdragers.
Pand van Klooster & Kiebert op Smient 22 in respectievelijk ongeveer 1930 en 1974
In een artikel in de Leidsche Courant van 4 juli 1938 staat een verslag van een diocesane Katholiekendag in Alkmaar waar de heren Klooster en Kiebert beiden vermeld worden.
Op achterzijde hoes, Kathleen Ferrier, 10", Brahms: Four Serious Songs, Decca LW 5094 (Verenigd Koninkrijk, 195?)
De bakken platen in kringloopwinkels leveren zelden wat interessants op wat muziek betreft, maar des te meer als het om platenzaakstickers gaat. Deze kwam ik tegen bij het Haarlemse Rataplan. Naar alle waarschijnlijk is dit de eerste platenzaak in Haarlem geweest. In de catalogus van de tentoonstelling Haarlem Vinyl Stad, die in het Historisch Museum Haarlem plaatsvond van 15 augustus 2014 t/m 1 maart 2015, wordt melding gemaakt van een single die verscheen ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de winkel in 1963. Op de achterkant is een korte geschiedenis van de winkel te lezen. Op de voorzijde staan de etalages uit 1913, 1929 en 1963.
'Op 15 juli 1913 vestigde de heer Oord Sr. zich als filiaalhouder van Willem de Jong uit Rotterdam in de Haarlemse binnenstad. 2 jaren later al kon de zaak in eigen beheer overgaan, nog steeds als exclusief verkoopadres van de bekende "His Master's Voice"-platen"', zo is op de achterzijde te lezen. De Jong (sticker 193) begon in 1904 zijn winkel in Rotterdam. Naast platen verkocht Oord ook afspeelapparatuur, instrumenten, radio en tv. De tekst op de achterzijde is geschreven door G.M. Oord Jr., zoon Gerrie die in 1946 platenmaatschappij Bovema oprichtte. Begin jaren zeventig sloot de platenzaak zijn deuren.
Op internet vond ik nog een sticker uit 1921.
En natuurlijk is de winkel ook terug te vinden op de website over plaatzaken van Hans Dinkelberg. Daar staan behalve de single ook nog een paar mooie hoezen en nog een andere sticker van de winkel.
Opvallend is dat op de sticker sprake is van een ander huisnummer aan de Grote Houtstraat. De winkel moet dus ergens na het jubileum in 1963 naar de overkant verhuisd zijn en heeft ook een ander telefoonnummer gekregen. De vormgeving van deze sticker doet vermoeden dat die ergens uit de jaren zeventig is.
In het Noord-Hollands Archief is ook nog een foto van de winkel uit 1962 te vinden.
Fotograaf: W.M. Zilver Rupe. Bron: Noord-Hollands archief
Als je het pand terug zoekt op Google Maps is daar een sticker van de Free Record Shop op de winkel te zien. Het filiaal van deze keten sloot in 2013 de deuren. Iets verderop in de Grote Houtstraat, op nummer 171, kun je bij Sounds nog steeds terecht voor vinyl.