woensdag 27 december 2017

Platenzaakstickers #301





Antonius Disco
Molenstraat 66
Tilburg
Tel. 425202

Op hoes, James Iotti, 7", La Lontananza (Het lied van de Sirene), Polydor 2050 270 (Nederland, 1973)

De tweede sigarenzaak in dit blog die ook vinyl verkocht, Muziekpaleis Wim Berkers in Deurne daargelaten. Berkers nam de sigarenzaak van zijn vader over om er een platenzaak te beginnen. De naam van de winkel roept direct allerlei associaties uit mijn Roomse verleden op. Zou Antonius de platenzaak zijn geweest waar je alles kon vinden, als je maar vaak genoeg 'Heilige Antonius, beste vrind, maak dat ik dit plaatje vind' in gedachte of hardop zei. Zeker als je weet dat het Paduaplein om de hoek was. Niets is echter minder waar, de eigenaar van de winkel op de hoek van de Molenstraat en de Kruisstraat heette gewoon W. Antonius. Het kan zijn dat hij zijn best gedaan heeft om op het Paduaplein terecht te komen, maar dat dat net iets boven zijn financiële mogelijkheden was en hij genoegen moest nemen met Molenstraat 66.

Wellicht op het idee gekomen door het iets verderop gelegen Electronicahuis Peeters, begon Antonius naast tabakswaren ook vinyl te verkopen. Uit de sticker valt niet meer af te leiden dan dat er in ieder geval top 40 singles te koop waren, vandaar de toevoeging Disco aan de familienaam. Electronicahuis Peeters was waarschijnlijk niet echt een concurrent, aangezien die zich op de serieuzere muziek richtte, zoals een echte muziekwinkel betaamt.

Onderstaande foto van de winkel komt uit het Regionaal Archief Tilburg. De foto is uit 1982, de tijd dat er nog sigarettenautomaten bij de sigarenboer hingen. Of er toen nog vinyl verkocht werd, wordt uit de etalage en de buitenreclame niet duidelijk.



Het pand is op googlemaps terug te vinden. Ook de rechterkant van het pand is inmiddels verhoogd, er staat een boom voor de deur en de sigaren-/platenzaak is verdwenen.



Met dank aan Edgar Kruize die me de sticker stuurde.

woensdag 20 december 2017

Platenzaakstickers #300




't Muziekhuis - R.Völkers
de Joncheerelaan
Tel. 3079
Nijverdal

Op hoes, The Renegades, 7", Cadillac, Artone SM 25.288 (Nederland, 1964)

Gisteren trof ik deze single aan in de brievenbus en tot mijn blijde verrassing was hij voorzien van een platenzaaksticker. Eentje zonder veel poespas. Het muziekhuis moet bekend geweest zijn in Nijverdal want een huisnummer vond men niet noodzakelijk te vermelden. 

Op de facebookpagina Leven in Nijverdal stond nog een oudere sticker van 't Muziekhuis.



't Muziekhuis
R. Völkers
Telef. 533
Nijverdal

Op label, Drie Kleine Kleuters, 7", De Trappelzak-Boogie, Philips P 17579 H (Nederland, 1956)

Duidelijk is dat de vormgever hier iets meer los is kunnen gaan: een afwijkende vorm van de reguliere rechthoek of halve cirkel en verschillende lettertypes. Aangezien hier een totaal ander telefoonnummer op staat, mag je er vanuit gaan dat er een verhuizing heeft plaats gevonden in de tijd tussen deze twee stickers.

Zoals de naam van de winkel, 't Muziekhuis, al aangeeft, was hier meer te koop dan alleen platen. Zwaartepunt in de handel was gezien onderstaande advertentie uit het Holtens Nieuwsblad van 20 augustus 1971 het orgelassortiment. Er is bovendien sprake van een verbouwingsuitverkoop, ten teken dat de orgelhandel voortvarend verliep. De winkel wordt ook genoemd in een lijst van winkels waar orgels in de series Eminent, Solina en Omegan te koop waren.


Maar zoals op de genoemde facebookpagina in de reacties te lezen is, kon je er ook terecht voor drumstokjes en had de winkel vooral een uitgebreid assortiment klassiek. Ook het jonge volk werd door de familie Völkers bediend, getuige de single die ik in de brievenbus kreeg. Op de facebookpagina is bovendien te lezen dat je in Nijverdal ook nog op andere plekken terecht kon voor je vinyl. In de tijd van Völkers was dat ook nog bij Wieldraayer, later werd hun cultuurspreidende taak overgenomen door Walkin' (of Walk In) en Music Centre. De platenzaakstickerdichtheid in Nijverdal kan dus alleen nog maar groter worden. De keten Walk In komt ook ter sprake bij platensticker 151, het betreft dan het filiaal in het nabijgelegen Raalte.

De winkel is waarschijnlijk in de jaren zeventig nog naar Grotestraat in Nijverdal verhuisd. Daar is onderstaande foto genomen. Vinyl is op deze foto al nergens meer te bekennen.


Schijnbaar was er in Nijverdal en omstreken grote vraag naar orgels. Dat heeft vast met de aanwezigheid van veel gelovigen in deze contreien te maken.

Het feit dat de inwoners naar andere zaken gingen om hun platen te kopen, zoals op de Facebookpagina vermeld, duidt er op dat Völkers het vinyl uit haar assortiment heeft gehaald en door is gegaan met de muziekinstrumenten. Momenteel is er nog steeds een Völkers in Nijverdal actief als pianostemmer, -reperateur en -onderhoudsmonteur.

Er is nog wel een Robert Völkers, alias DJ Convi, in de omgeving actief. Mogelijk is er toch iemand in de familie door het vinyl-/muziekvirus aangestoken.

zondag 17 december 2017

Americana Outlaws





De meeste Platenbladlezers zullen Wiebren Rijkeboer wel kennen van zijn rubriek Wow & Flutter. Daarin bespreekt hij elk nummer van Platenblad een ‘vergeten prachtplaat’. Het zijn compacte stukken van een halve pagina, die telkens genoeg essentiële informatie bevatten om al dan niet tot beluistering en vervolgens aanschaf over te gaan. En als ze al in de kast staan, dan is het altijd een reden om ze weer eens op te zetten. Daarnaast heeft Wiebren zijn blog Rockodyssee met soortgelijke stukjes en draagt hij regelmatig bij aan het blog www.altcountry.nl. In Americana outlaws heeft hij zich beperkt tot Amerikaanse singer-songwriters uit de jaren zeventig, met een paar uitstapjes naar het eind van de jaren zestig. Verwacht geen millionsellers tussen de platen die hij bespreekt, het zijn ten slotte outlaws.

Een aantal van de bijdragen in de bundel verscheen al eerder op genoemde blogs of in Platenblad. Speciaal voor de publicatie heeft Rijkeboer er nog een aantal bij geschreven. De stukjes zijn telkens zo’n 4 à 5 pagina’s met een identieke opbouw: een korte biografie van de betreffende artiest, waarna op een lp wordt ingezoomd. In een aantal gevallen heeft de betreffende artiest niet meer dan één lp gemaakt. Is dat niet het geval dan wordt ook het andere werk kort besproken. Het zijn aanstekelijke beschrijvingen die uitnodigen om direct te gaan luisteren en platen uit de kast te trekken. Na lezing valt op dat een aantal namen regelmatig terugkeert in verschillende stukken. Om er drie te noemen: Leon Russell, Townes Van Zandt en Guy Clarke. Russell blijkt voor een aantal singer-songwriters degene te zijn, die ze ontdekte en ze vervolgens onderbracht bij platenlabels. Van Zandt en Clarke boden diverse artiesten een gezellige en inspirerende thuisbasis waar gespeeld, gedronken en wat al niet meer kon worden. Dit is vereeuwigd in de documentaire Heartworn Highway uit 1981, die dan ook regelmatig terugkomt in de verschillende bijdragen en de moeite van het bekijken waard is. Ook verschillende sessiemuzikanten duiken in meerdere stukken op. Het lijkt er op dat het een eigen wereldje was, waar dit soort muzikanten goed konden gedijen. Dat drank en drugs meer kapot maken dan je lief is, geldt voor aardig wat van de besproken artiesten. Sommigen kwamen bijtijds tot inkeer. Maar ook een gezond leven geeft geen zekerheid, zo leert het stukje over David Blue, die van drankorgel gezondheidsfreak werd en het loodje legde tijdens het joggen. Het grootste mysterie is Jim Sullivan, maker van de plaat U.F.O. in 1969 en een opvolger in 1972, om vervolgens van de aardbodem te verdwijnen. Alleen zijn auto met daarin zijn portemonnee werd nog terug gevonden, van Sullivan is nooit een spoor terug gevonden.

Ook al heeft Rijkeboer de singer-songwriters uit de jaren zeventig als overkoepelend thema genomen, er zit toch voldoende afwisseling in de besproken artiesten en platen. Het genre is dan ook niet duidelijk onder één noemer onder te brengen en bevat voor iedereen die singer-songwriters waardeert genoeg bekende en onbekende namen en platen. Natuurlijk zal iedereen een aantal van de artiesten kennen, zoals Glen Campbell, Gene Clarke, Gram Parsons, Fred Neil en Link Wray, om er maar een paar te noemen die gelijktijdig de variatie in de besproken artiesten aangeven. Er blijft daarnaast nog meer dan genoeg moois over om te ontdekken. De opbouw van het boek maakt het zeer geschikt om zo af en toe eens door te bladeren en bepaalde stukken door te lezen, maar voor je het zelf in de gaten hebt ben je al weer een paar bijdragen verder en heb je ze voor je er erg in hebt allemaal gelezen. Dat vormt echter geen enkel beletsel om het daarna nog met enige regelmaat ter hand te nemen om wat op te zoeken en te herlezen. Dat er een uitgebreid register bij zit met alle in de stukken genoemde artiesten maakt dat alleen maar makkelijker.

Wiebren Rijkeboer: Americana outlaws: 50 singer-songwriters uit de seventies.
Uitgeverij Kleine Uil, Tzum Reeks 10
Prijs: 15 euro

woensdag 13 december 2017

Platenzaakstickers #299





Discoshop Radio Oudeland
Oude Wal 50
Hoogvliet
Telefoon 160751

Op achterzijde hoes, Luis Alberto del Parana y Los Paraguayos, LP, The Paraguayos Golden Hits, Philips 840 222 (Nederland, 1962)

Deze sticker, die Resell Records me stuurde, had strategischer geplakt kunnen worden. De eigenaar van Discoshop Radio Oudeland plakte hem midden over de uitvoerende artiest. Zo zat ie natuurlijk wel mooi in het zicht, maar een poging tot verwijderen zou zeker ten koste van de hoes zijn gegaan en daarmee zou een deel van het opschrift zijn verdwenen.

De winkel is terug te vinden in het overzicht van Rotterdamse platenzaken op het blog van Pierre Gouweloos. Het adres is daar echter Wilhelm Tellplaats 40. Daar wordt bovendien geen melding meer gemaakt van het voorvoegsel Discoshop. Het overzicht van Pierre Gouweloos is van 1972. Dat duidt er op dat Radio Oudeland van de Oude Wal verhuisd is naar de Wilhelm Tellplaats en zich meer is toe gaan leggen op de apparatuur en het vinyl heeft laten varen. Wellicht dat er nog ergens een bak met singles of lp's stond, maar het was in ieder geval niet prominent in de winkel aanwezig.

Opvallend is dat de naam van de winkel niet de naam van de eigenaar bevat maar de wijk waar de winkel gevestigd was in het Rotterdamse Hoogvliet. Op internet is nog een Radio Oudeland b.v. te vinden, maar die was gevestigd in Hendrik Ido Ambacht. Eigenaar van Radio Oudeland was de familie Middelhoek. Op de Linkedinpagina van Frank Middelhoek is te vinden dat hij van 1984 t/m maart 1997 mede-eigenaar van de winkel was. Aangezien er nog steeds een Radio Oudeland in Rotterdam is gevestigd aan de Bergse Rechter Rottekade 1, lijkt het er op dat een broer of zus van Frank het familiebedrijf heeft voortgezet. Inmiddels zijn ze gespecialiseerd in elektrische apparatuur.

woensdag 6 december 2017

De beste zanger van Nederland



De beste zanger van Nederland woont al jaren in een rijtjeshuis in het Noordbrabantse Oosterhout. Na een kort verblijf in Amsterdam tijdens de begindagen van Brainbox, keerde Kaz Lux terug naar zijn geboortegrond. Daar kreeg hij op 12 november in Café Oud-Brabant het eerste exemplaar van zijn biografie overhandigd. Hij had al eerdere verzoeken gehad, maar wees die allemaal van de hand, tot Lutgard Mutsaers hem na een optreden bijgewoond te hebben een brief schreef met het verzoek zijn levensverhaal op te mogen tekenen. 

Dat Lux pas op het aanbod van Mutsaers inging, heeft alles te maken met zijn afkeer van de aandacht voor de persoonlijke, meer sensatiebeluste kant van het bestaan van een popmuzikant. Bij Mutsaers was hij verzekerd van een gedegen, wetenschappelijke beschrijving van zijn muzikale leven. Verwacht dan ook geen gedetailleerde uiteenzetting van allerlei uitspattingen, drank, drugs en ruzies, maar een in de muziekgeschiedenis geplaatst verhaal van de artistieke ontwikkelingen en keuzes die Lux in zijn inmiddels 50-jarige muzikantenbestaan gemaakt heeft. Dit gebeurt aan de hand van citaten van Lux, afgewisseld met een kort overzicht van de ontwikkelingen in de popmuziek in de periode waar het citaat betrekking op heeft en delen uit interviews en recensies uit het verleden die Mutsaers opdook.

Het begon allemaal een halve eeuw geleden met het winnen van de personality prijs bij een talentenjacht. Een jaar later, in 1968, wint Lux met zijn nieuwe band Impulse! (een verwijzing naar het invloedrijke Amerikaanse jazzlabel uit die tijd) een andere talentenjacht. Lux heeft dan de nummers Down Man, Cruel Train en Woman’s Gone al geschreven. Alle geïnspireerd op zijn liefje Mary, die hij zo mist als hij van huis is. De eerste prijs is het opnemen van een single. De opnames worden echter afgekeurd, maar Bovema wil wel verder met Lux als solo-artiest. Down Man en Cruel Train worden niet lang daarna opnieuw opgenomen, maar dan met een aantal sessiemuzikanten, waaronder gitaarwonder Jan Akkerman en drummer Pierre van der Linden. Brainbox is een feit! Het vervolg van Brainbox mag als bekend worden verondersteld, er volgt een lp, Akkerman vertrekt, Rudi de Queljoe vervangt hem. Er volgen nog een stel singles en de band houdt er mee op. Manager John van Setten is eigenaar van de bandnaam en probeert er nog op in te cashen door een bijna geheel nieuwe band, alleen drummer Frans Smit zat in de vorige versie, een lp te laten maken, maar dat levert niets op. Al is de band in de oorspronkelijke samenstelling amper een jaar actief geweest, ze zijn een wezenlijk onderdeel van de vaderlandse popgeschiedenis. De bluesy nummers, door Akkerman voorzien van spetterende gitaarpartijen, in combinatie met de soulvolle stem van Lux, hebben de tand des tijds moeiteloos doorstaan. Dark Rose is een Nederpopklassieker.



Lux gaat daarna zijn eigen weg, al zal Jan Akkerman zijn pad nog met enige regelmaat kruisen. De samenwerking op Eli levert Lux zijn enige gouden plaat op. Al relativeert hij dat zelf direct door te zeggen dat dat alleen maar komt omdat precies op dat moment de grens voor goud was verlaagd van 50.000 naar 25.000 verkochte exemplaren. Zijn solocarrière komt nooit echt van de grond, al is een aantal van zijn soloplaten zeker de moeite waard. Maar je krijgt niet het idee dat Lux daar echt mee zit, hij is meestal al weer met een volgend project bezig. Hij is er de man ook niet naar om bij anderen aan te kloppen voor samenwerking, maar neemt meestal een afwachtende houding aan en wacht tot hij gevraagd wordt. En gezien zijn status, kan hij altijd terugvallen op een keur aan muzikanten die graag met hem samenwerken. Lux blijkt bovendien iemand die niet aan een bepaald genre vasthoudt. Hij houdt er niet van eindeloos op dezelfde weg door te gaan, maar heeft na twee platen meestal weer zin een nieuwe afslag te nemen. Zijn oeuvre bevat dan ook aardig wat genres, van fusion, folk, blues, soul, eighties rock tot, tegenwoordig, Americana.

Bij het boek zit een cd met vier nummers die Lux in Brussel opnam met Jean-Marie Aerts, gitarist en producer bij T.C. Matic en  Arno Hintjes. De opnames dateren uit 1984 en 1986, het jaar dat hij de achtergrondvocalen op Forget the Cold Sweat van Arno Hintjens inzong. Het moet geklikt hebben tussen de band van Arno en Lux, want het speelplezier straalt er vanaf. De stem van Lux blijkt opvallend goed aan te sluiten bij de kenmerkende Vlaamse eighties rock. Maar om de een of andere reden belandden de opnames op de plank en worden pas na lang speurwerk van Mutsaers teruggevonden en door Aerts opgepoetst. Onbegrijpelijk dat dit nooit eerder is uitgebracht, Lux had er een hele nieuw publiek mee aan kunnen boren. Maar hij is er de man niet naar om in wrok achterom te kijken. Met de blik vooruit was hij alweer met een volgend project bezig.

Kaz Lux blijkt wars van alle verering en aandacht die het liefst in de luwte zijn eigen gang gaat. Het boek maakt duidelijk dat het Lux bepaald niet altijd voor de wind is gegaan. Hij had na het uiteenvallen van Brainbox last van depressies en bleek in de jaren negentig behoorlijke gehoorschade te hebben opgelopen. Het kenmerkt hem dat hij niet bij de pakken neer gaat zitten, maar altijd doorgaat. Met de huidige technische mogelijkheden kan hij thuis eindeloos aan zijn nummers knutselen, wanneer het hem uitkomt. Dicht bij zijn grote liefde Mary. Hij is waarschijnlijk ook de popmuzikant met het langst durende huwelijk. Kijk naar het filmpje van de top 2000 uit 2014 op You Tube over Dark Rose, dat is Lux ten voeten uit, thuis met een shaggie op de bank, nog steeds verliefd lachend naar zijn Mary.


Met deze biografie krijgt Lux de plek die hij in de Nederlandse popgeschiedenis verdient en dat is niet ergens aan de zijkant, maar midden in het spotlicht. Lezen dat boek en trek dan ook de Brainboxplaten weer eens uit de kast en geniet van zijn solowerk.

Lutgard Mutsaers: Kaz Lux. Rock-adel verplicht
In de Knipscheer
Prijs: 25 euro

Verschenen in: Platenblad 232, 2 december 2017 t/m 26 januari 2018

maandag 4 december 2017

Platenzaakstickers #298





Fa. Radio Boonstra
Tel. 1494
Surhuisterveen

Op label, Egbert Douwe, 7", Mamma, Oh Mamma, Philips 334 500 JF (Nederland, 1968)

De schrik van elke platenverzamelaar, deze plakbandsticker. Gelukkig was de heer Boonstra in dit geval nog zo aardig om hem niet op het hoesje maar op het label te plakken. Deze valt weer in de categorie radiowinkels, waar ook vinyl werd verkocht.

Zoals uit onderstaande advertentie in De Feanster van 30 december 1970 blijkt, zat Radio Boonstra aanvankelijk aan de Kolk 18. Behalve radio's werden er ook televisietoestellen en wasmachines verkocht en beschikte de winkel over een eigen technische dienst. Later zal de winkel verhuizen naar de Gedempte Vaart 2, iets verderop aan dezelfde straat aan de overkant. Dat had waarschijnlijk te maken met een uitbreiding in het assortiment, de winkel heet dan inmiddels Disc Radio Boonstra. Gezien de toevoeging Disc moet dat ergens in de jaren tachtig zijn geweest, na de komst van de CD. Het duidt er tevens op dat die geluidsdragers een groter aandeel in het handelswaar van Boonstra innam dan daarvoor.

Met dank aan 'Frommel' die deze single op een platenbeurs in Groningen aanschafte.

Inmiddels is Boonstra ook uit het straatbeeld van Surhuisterveen verdwenen. Op de plaats waar de winkel aan de Gedempte Vaart zat, zat nog een tijdje de Akte-Shop, maar zoals met een vergrootglas op onderstaande foto is te zien, stond die een tijd geleden ook te koop.



zaterdag 2 december 2017

LP top 10 1987

Vandaag viel het Platenblad met de lijstjes van 1987 op mat, dus de Replacements nog maar eens opgezet!




1. The Replacements – Pleased To Meet Me
2. Opal – Happy Nightmare Baby
3. Claw Boys Claw – Crack My Nut
4. Spacemen 3 – The Perfect Prescription
5. The Jesus & Mary Chain – Darklands
6. Green On Red – The Killer Inside Me
7. The Cult – Electric
8. Guns n’ Roses – Appetite For Destruction
9. The Gun Club – Mother Juno
10. The Screaming Trees – Even If And Especially When

Een goed gitaarjaar, 1987! De plaat die er het lekkerste inhakt is zonder twijfel Pleased To Meet Me van The Replacements. De adrenaline druipt er vanaf. Het begint al direct goed met I.O.U. en gaat zo, met een kleine adempauze in Nightclub Jitters, door om op het laatst weer even gas terug te nemen in Can’t Hardly Wait. De naamgever van het nummer Alex Chilton, speelt zelf ook nog een riedeltje mee op die afsluiter en levert zelf in 1987 het onsamenhangende en krakkemikkige High Priest af. Pleased To Meet Me bevat bovendien de eerste op vinyl vastgelegde gitaarpartijen van de zoon van producer Jim Dickinson, Luther, op Shooting Dirty Pool. Kurt Cobain moet deze plaat wel gehoord hebben, want de titel van de opener van kant 2, Never Mind, kan niet alleen toevallig de titel van de tweede plaat van Nirvana zijn, ook de zang toont opvallend veel overeenkomsten. Dickinson wist de juiste sfeer te creëren om dit stelletje dronkenlappen tot een optimale prestatie aan te zetten.

Opal, het samenwerkingsverband van ex-Rain Parade gitarist en zanger David Roback en ex-Dream Syndicate bassiste Kendra Smith, is een stuk ingetogener, maar met een even prominente rol voor de gitaar. Is kant 1 in de Marc Bolan-/T Rexstijl, op kant 2 ontwikkelt de band meer een eigen geluid dat af en toe naar stonerrock  neigt dan weer valslijk lief klinkt, zoals op de titelsong. Het is de enige officiële langspeler van de band. Later verschijnt er nog wel een verzamelaar met singles en onuitgebracht materiaal. Laat ontdekt maar zeer de moeite waard.

Claw Boys Claw trekt de stijgende lijn van voorgaande platen door en komt met een lp waarvan het speelplezier en de vette gitaarriffs afknallen. Te Bos zingt en schreeuwt dat het een lieve lust is, terwijl Cameron los gaat op de stuwende ritmesectie Bobbie Rosini en Marius Schrader. De toon wordt direct gezet met het opzwepende Teenage Heart Attack en zo doorgetrokken tot Gimme a Break. Ook live was de band dat jaar op een hoogtepunt, een genot om te aanschouwen. 

Spacemen 3 staat pas sinds dit jaar in de platenkast. Perfect Prescription verschilt hemelsbreed van de voorganger. De opener ligt nog in het verlengde, maar daarna gaat het tempo omlaag en beland je in een soort trance. Niet verwonderlijk, aangezien deze conceptelpee een drugservaring beschrijft en dat is de heren zo te horen goed bevallen. Hetzelfde geldt voor de tweede van The Jesus and Mary Chain. Zo hard als ze op de eerste lp te keer gingen, zo rustig begint Darklands om pas bij het derde nummer, het prachtige Happy When it Rains de versterkers richting 10 te draaien.

Op 6 de opvolger van No Free Lunch Today van Green on Red. Na het productieve voorafgaande jaar waarin tevens Gas Food Lodging verscheen, de moeilijke taak om minimaal aan de kwaliteit van de voorgangers te voldoen. Dat is zeker gelukt, mede dankzij, net als bij The Replacements, de rol van Jim Dickinson als producer. Chuck Prophet eist de aandacht meer op dan op de voorgangers en dat komt het groepsgeluid zeker ten goede. Dan Stuart snauwt er weer lekker zeurdiger en klagerig op los. Er deugt weinig van het leven en de wereld en veel beter lijkt het allemaal ook niet te worden, lijkt de algemene boodschap.

Voor het betere hardrockwerk moet je in 1987 bij The Cult en Guns n’ Roses zijn. The Cult heeft zich langzaam uit de alternatieve gitaarhoek, waar ze ten tijde van The Southern Death Cult, nog in zaten, opgewerkt tot een geoliede krachtmachine. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de heerlijke gitaarsalvo’s van Billy Duffy. Zanger Ian Ashbury schetst in zijn teksten mythische taferelen, schuwt de actualiteit niet in Peace Dog en sluit menige zin af met een heerlijk gesnauwd Yeah. En het mooiste is dat het beste nog moet komen. Guns n’ Roses sluit daar op hun debuut perfect bij aan, al hoor je de hardrockinvloeden hier beter in terug. Ook hier weer een lekkere opener, Welcome to the Jungle, die nauwelijks meer te overtreffen is. Het blijft toch prachtig hoe het genre zich telkens dankzij een paar jonge honden weer opnieuw weet uit te vinden.

Na een kort, minder geslaagd soloavontuur, heeft Jeffrey Lee Pierce The Gun Club weer nieuw leven ingeblazen samen met Kid Congo Powers. Mother Juno haalt het dan niet bij de voorganger The Las Vegas Story maar is toch weer een typische Gun Clubplaat, die de moeite waard is. Helaas de laatste, want daarna verzandt het allemaal.

1987 was ook het jaar van het debuut van The Screaming Trees. Het zal voor het laatst zijn dat we Mark Lanegan horen lachen tijdens een nummer, maar Grunge kondigt zich aan en zal mede dankzij deze plaat en het debuut van Soundgarden uit hetzelfde jaar een plaats als afzonderlijk genre weten te veroveren. Dat zal ook Neil Young weer uit zijn electronicaslaap wakker maken. Life bevat al wel weer aardig wat kenmerkende gitaarsolo’s van de oude dinosaurus, maar de synthesizerlaag die er overheen ligt, verpest het grotendeels. The Screaming Trees verdrongen met nipt verschil de eerste langspeler van de Zweedse Nomads van de laatste plaats, maar Hardware kent toch net iets te weinig afwisseling, al is de door J.L. Pierce geschreven opener Call off your Dogs een instant klassieker. De opvolgers van countryjongehonden Dwight Yoakam en Steve Earle hebben de jaren niet overleefd, al blijven het leuke platen. Mooiste single van 1987 is Alone van Heart.