De meeste Platenbladlezers zullen Wiebren Rijkeboer wel
kennen van zijn rubriek Wow & Flutter. Daarin bespreekt hij elk nummer van
Platenblad een ‘vergeten prachtplaat’. Het zijn compacte stukken van een halve
pagina, die telkens genoeg essentiële informatie bevatten om al dan niet tot beluistering
en vervolgens aanschaf over te gaan. En als ze al in de kast staan, dan is het
altijd een reden om ze weer eens op te zetten. Daarnaast heeft Wiebren zijn
blog Rockodyssee met soortgelijke stukjes en draagt
hij regelmatig bij aan het blog www.altcountry.nl. In Americana outlaws heeft
hij zich beperkt tot Amerikaanse singer-songwriters uit de jaren zeventig, met
een paar uitstapjes naar het eind van de jaren zestig. Verwacht geen
millionsellers tussen de platen die hij bespreekt, het zijn ten slotte outlaws.
Een aantal van de bijdragen in de bundel verscheen al eerder
op genoemde blogs of in Platenblad. Speciaal voor de publicatie heeft Rijkeboer
er nog een aantal bij geschreven. De stukjes zijn telkens zo’n 4 à 5 pagina’s
met een identieke opbouw: een korte biografie van de betreffende artiest,
waarna op een lp wordt ingezoomd. In een aantal gevallen heeft de betreffende
artiest niet meer dan één lp gemaakt. Is dat niet het geval dan wordt ook het
andere werk kort besproken. Het zijn aanstekelijke beschrijvingen die
uitnodigen om direct te gaan luisteren en platen uit de kast te trekken. Na
lezing valt op dat een aantal namen regelmatig terugkeert in verschillende
stukken. Om er drie te noemen: Leon Russell, Townes Van Zandt en Guy Clarke.
Russell blijkt voor een aantal singer-songwriters degene te zijn, die ze
ontdekte en ze vervolgens onderbracht bij platenlabels. Van Zandt en Clarke
boden diverse artiesten een gezellige en inspirerende thuisbasis waar gespeeld,
gedronken en wat al niet meer kon worden. Dit is vereeuwigd in de documentaire
Heartworn Highway uit 1981, die dan ook regelmatig terugkomt in de
verschillende bijdragen en de moeite van het bekijken waard is. Ook
verschillende sessiemuzikanten duiken in meerdere stukken op. Het lijkt er op
dat het een eigen wereldje was, waar dit soort muzikanten goed konden gedijen.
Dat drank en drugs meer kapot maken dan je lief is, geldt voor aardig wat van
de besproken artiesten. Sommigen kwamen bijtijds tot inkeer. Maar ook een
gezond leven geeft geen zekerheid, zo leert het stukje over David Blue, die van
drankorgel gezondheidsfreak werd en het loodje legde tijdens het joggen. Het
grootste mysterie is Jim Sullivan, maker van de plaat U.F.O. in 1969 en een
opvolger in 1972, om vervolgens van de aardbodem te verdwijnen. Alleen zijn
auto met daarin zijn portemonnee werd nog terug gevonden, van Sullivan is nooit
een spoor terug gevonden.
Ook al heeft Rijkeboer de singer-songwriters uit de jaren
zeventig als overkoepelend thema genomen, er zit toch voldoende afwisseling in
de besproken artiesten en platen. Het genre is dan ook niet duidelijk onder één
noemer onder te brengen en bevat voor iedereen die singer-songwriters waardeert
genoeg bekende en onbekende namen en platen. Natuurlijk zal iedereen een aantal
van de artiesten kennen, zoals Glen Campbell, Gene Clarke, Gram Parsons, Fred
Neil en Link Wray, om er maar een paar te noemen die gelijktijdig de variatie
in de besproken artiesten aangeven. Er blijft daarnaast nog meer dan genoeg
moois over om te ontdekken. De opbouw van het boek maakt het zeer geschikt om
zo af en toe eens door te bladeren en bepaalde stukken door te lezen, maar voor
je het zelf in de gaten hebt ben je al weer een paar bijdragen verder en heb je
ze voor je er erg in hebt allemaal gelezen. Dat vormt echter geen enkel
beletsel om het daarna nog met enige regelmaat ter hand te nemen om wat op te
zoeken en te herlezen. Dat er een uitgebreid register bij zit met alle in de
stukken genoemde artiesten maakt dat alleen maar makkelijker.
Wiebren Rijkeboer: Americana outlaws: 50 singer-songwriters
uit de seventies.
Uitgeverij Kleine Uil, Tzum Reeks 10
Prijs: 15 euro
Geen opmerkingen:
Een reactie posten