zaterdag 12 december 2015

LP top 10 1985



December lijstjesmaand begint traditiegetrouw met de LP top 10 van dertig jaar geleden, zoals René van Kaam die elk jaar weer aan de lezers van zijn Platenblad vraagt. Hieronder mijn inzending voor het nummer. Behalve mij zonden nog 83 lezers hun lijstje in, waaronder net als vorig jaar slechts één dame. Op basis van alle inzendingen fabriceerde René weer een totaallijst. Mijn nummer 10 heeft daarin de hoogste notering (4), 4 van mijn top 10 halen de totaaltop 10. Voor wie meer wil weten, Platenblad is bij de meeste platenzaken te koop en anders is via platenblad@planet.nl een abonnement of los nummer te bekomen.


 

1. The Jesus and Mary Chain – Psycho Candy
2. The Cult – Love
3. The Beasts of Bourbon – The Axeman’s Jazz
4. Green On Red – Gas Food Lodging
5. Nick Cave and The Bad Seeds – The Firstborn Is Dead
6. Fatal Flowers – Fatal Flowers
7. Rain Parade – Crashing Dream
8. Scientists – You Get What You Deserve
9. Greg Sage – Straight Ahead
10. The Waterboys – This Is The Sea

Op de platen van Greg Sage en Rain Parade na, kende ik alle platen uit mijn top 10 in 1985. Als ik, zoals Swie Tio, mijn lijstje zoals ik het dat jaar gemaakt zou hebben, had ingestuurd had het er anders uit gezien. Dan stonden R.E.M. en Prince waarschijnlijk in plaats van de twee nieuwelingen en waren ook The Fuzztones mogelijke kandidaten geweest. Gevestigde namen als Bob Dylan (het overgeproduceerde Empire Burlesque) en Neil Young (wil je country dan krijg je Old Ways) laten het nog even afweten, maar zullen in de toekomst laten horen nog lang niet afgeschreven te zijn. Een aantal van de genoemde bands heb ik dat jaar of het jaar daarop ook live gezien, waarbij vooral The Fatal Flowers een onuitwisbare indruk maakten en het hoofdprogramma The Jeffrey Lee Pierce Quartet op 23 mei 1985 in Paradiso totaal wegspeelden. Beide bands speelden Hendrix’ Fire, een groter contrast heb ik zelden gehoord, waarbij Fatal Flowers gitarist Dirk Heuff de show stal.

Het meesterwerk van 1985 komt op naam van The Jesus And Mary Chain, al was het verschil met The Cult miniem. De distortion op vol en doordenderen maar van Just Like Honey tot It’s So Hard. Het blijft een genot om naar te luisteren. De gebroeders Reid vliegen met enige regelmaat uit de bocht, terwijl toekomstig Primal Screamzanger Bobby Gillespie simpel doch effectief de boel al drummende in het gareel houdt. Ook op twee een Engelse band, al klinken ze onvervalst Amerikaans. Waren op de eerste LP Dreamtime nog onmiskenbaar New Wave-invloeden te beluisteren, op Love is gekozen voor een lekker vet rockgeluid met tekstueel de nodige spirituele referenties. Live doet de band er nog een schepje bovenop en slingert Ian Ashbury een recordaantal yeahs de zaal in.
The Beasts of Bourbon bestond met op gitaar Kim Salmon en op bas Boris Sujdovic voor bijna de helft uit Scientists. De muziek is dan ook duidelijk verwant, al zijn de Beasts of Bourbon waar meer geënt op de traditionele Amerikaanse muziek. Zanger Tex Perkins vertolkt met verve de teksten die zich in de marge van de samenleving afspelen en waarin er flink op los wordt gemoord. Psycho zet wat dat betreft direct de toon. In Evil Ruby kiest Ruby uiteindelijk voor de trein ten koste van haar vriend. Het uptempo Ten Wheels for Jesus is een waardige afsluiter. Land- en bandgenoten The Scientists staan wat lager maar bieden eveneens een dosis prettig gestoorde Aussieswamprock. De titel spreekt voor zich: You Get What You Deserve!
Met de komst van Chuck Prophet valt alles bij Green on Red op zijn plaats. Werd op de voorgaande platen nog niet voor één stijl gekozen, op Gas Food Lodging is die keuze gemaakt. Een aantal nummers doet direct denken aan de hoogtijdagen van Neil Young en Crazy Horse met The Drifter en  het aansluitende Sea of Cortez (what’s in a name?) als hoogtepunt. Nog geen half jaar na het verschijnen van Gas Food Lodging lag de opvolger al in de winkel, No Free Lunch Today. De heren hadden er duidelijk zin in en namen tussen het touren door in Engeland de opvolger op, die alleen qua lengte voor zijn voorganger onderdoet.
Net als zijn landgenoten The Beasts of Bourbon, haalt ook Nick Cave zijn inspiratie uit de traditionele Amerikaanse muziek en dan vooral the blues. Hij lijkt iets gas terug te nemen in vergelijking met de voorganger From Her to Eternity, maar onderhuids broeit het dankzij het fabelhafte gitaarspel van Blixa Bargeld des te erger.
Behalve Fatal Flowers leverden ook Blue Murder en Claw Boys Claw mooi Nederlands werk af, maar het debuut van Richard Janssen en kompanen stak er toch met kop en schouders bovenuit. Janssen gaat niet voor de middelmaat en dat is te horen. Met Henk Jonkers (tegenwoordig de roffelende basis van Hallo Venray), Marco Braam en meestergitarist Dirk Heuff heeft hij topmuzikanten naast zich. Hoogtepunt is Billy, maar ook Midnight Train, Crying over Sin en de instrumental Rip Off zijn pareltjes.
Dan Stuart van Green on Red komen we weer tegen in het dankwoord op de tweede volwaardige LP van Rain Parade. Met nog slechts een Roback-broertje in de band (wat is dat toch met broers in bands?) maakt Rain Parade zijn beste plaat. Over het algemeen vrij ingehouden muziek waarbij gitarist Matt Piucci gedoseerd de remmen los gooit. David Roback timmert inmiddels met Dream Syndicate bassiste Kendra Smith en Keith Mitchell, die nog een blauwe maandag bij Green on Red drumde, ook aan de weg. Na een eerste proeve in 1984, verschijnt in 1985 de eerste 12”van Opal. Over een paar jaar zien we hem terug met Mazzy Star.
De herontdekking uit 1985 is Greg Sage. Bij het herbeluisteren van het merendeel van de platen uit dat jaar uit mijn collectie was het direct duidelijk dat hij ook een plaats bij de beste tien verdiende. Hoe is het toch mogelijk dat zo’n prachtplaat daar jaren staat, zonder op waarde geschat te worden. Geen opsmuk bij Sage, met minimale begeleiding van drum en bas, vult de zanger/gitarist van The Wipers twee plaatkanten met prachtige luistermuziek. Die blijft voorlopig nog wel even in de buurt van de platenspeler liggen.
De rij wordt gesloten door The Waterboys. Een grotere tegenstelling met Sage staat er niet in de lijst. De muziek van Mike Scott en mede-Waterboys Anthony Thistlethwaite en Kurt Wallinger is op de meeste nummers nogal zwaar aangezet, maar nummers als The Whole of the Moon, Spirit, Old England en Be My Enemy hebben de tand des tands ruimschoots doorstaan.

Het opstellen van de lijst voor 1985 heeft ook weer een verlanglijstje opgeleverd, van wat er uit dat jaar nog in de platenkast mist: Crime + The City Solution, Dinosaur, Gérard Manset, Renaud, The Replacements, Sisters of Mercy en Sonic Youth. Daar zal met de publicatie van de andere lijstjes in dit Platenblad nog wel het een en ander aan worden toegevoegd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten