LP’s
1. David Bowie – Black Star
2. Heron Oblivion – Heron
Oblivion
3. Black Mountain – IV
4. Toy – Clear Shot
5. Dinosaur Jr. – Give A Glimpse Of What Yer Not
6. Night Beats – Who Sold My Generation
7. William Bell – This Is Where I Live
8. The Rolling Stones – Blue & Lonesome
9. Rich Robinson – Flux
10. Morgan Delt – Phase Zero
Black Star van David Bowie
was zonder enige twijfel de plaat die het afgelopen jaar de meeste indruk op
mij maakte. Dat staat vanzelfsprekend niet los van zijn overlijden, twee dagen
na het verschijnen van de lp. Bowie’s hele leven was een kunstwerk en dit was
de voltooiing er van. Achteraf onbegrijpelijk dat geen enkele recensent dit in
de teksten herkende. Heron Oblivion is een samenwerkingsverband van
newfolkzangeres Meg Baird (Espers) en leden van spacerockband Comets on Fire.
Een perfecte combinatie, die met enige regelmaat heerlijk ontspoort. De vierde
van Black Mountain biedt weinig verrassingen, maar levert weer een aantal
prachtige riffs op. Clear Shot is de derde lp van Toy en wellicht de meest
toegankelijke tot nu toe. De synthesizers zijn prominenter aanwezig, maar
overheersen geen moment. J. Mascis, Lou Barlow en Murph zijn weer herenigd en
leveren een ouderwets heerlijke Dinosaur Jr. plaat af, die de concurrentie met
de platen uit de beginperiode moeiteloos aan kan. De derde van Night Beats
bevat aanmerkelijk meer variatie dan zijn voorgangers, die uitsluitend recht
toe recht aan sixties garagerock bevatten. Er is zelfs een saxofoon te horen.
William Bell beleefde zijn hoogtijdagen eind jaren zestig, begin jaren zeventig
op het Staxlabel. Zijn productiviteit ligt sinds 1977 op een laag peil en wat
er verscheen bevat weinig bijzonders, maar met This Is Where I Live heeft hij
de soulplaat van het jaar gemaakt: prachtige teksten en een ouderwetse
soulvolle begeleiding. Ook de Stones maakten voor het eerst sinds lange tijd
weer eens een beluisterenswaardige lp. Een heel goede beslissing om het voor de
verandering eens tot covers van hun oerbronnen te beperken in plaats van nieuwe
eigen nummers. Het speelplezier spat er vanaf en Jagger laat nog maar eens
horen dat hij op mondharmonica een aardig partijtje meeblaast. Na het
uiteenvallen van de Black Crowes zijn de broertjes Robinson beiden vrij actief.
Waar Chris inmiddels vervallen is tot steeds vrijblijvendere jamsessies à la The
Greatful Dead, maakt broer Rich de meeste progressie. Hij is steeds beter bij
stem geworden en levert ook compositorisch steeds mooiere pareltjes af. De
afsluiter van 2016 is de tweede van Morgan Delt, het betere psychedelische
westcoastwerk in het verlengde van Curt Boetcher en aanverwanten.
Reissues
The Sound of Imker – Train of Doomsday (7”) (Milkcow Records)
Various Artists – Space Echo: The Mystery Behind The Cosmic Sound Of Cabo Verde
Finally Revealed! (Analog Africa)
Sandy Denny – I’ve Always Kept a Unicorn: The Acoustic Sandy Denny
(Island)
Eindelijk had ik hem dit jaar te pakken, de enige single die de Asser formatie
Sound of Imker ooit maakte en dan ook nog een betere versie dan de vorige
reissue. Dat alles met dank aan het Drentse Milkcow Records. Het Duitse label
Analog Africa levert ieder jaar weer een aantal kunstwerkjes af op vinyl voor
een uitermate schappelijke prijs. Vooral Space Echo is een aanrader. Het
verhaal er achter is dat er begin jaren zeventig
een containerschip vanuit New York naar Zuid-Amerika vertrok met aan boord de
meest geavanceerde electronische keyboards en synthesizers voor een beurs
aldaar. Niet lang na vertrek verdween het schip van de radar om nooit meer
getraceerd te worden. Enige tijd later spoelde er op Kaap Verdië een container
vol electronica aan. De gevolgen zijn op deze dubbel lp te beluisteren. Island
verzamelde voor het eerst uitsluitend acoustische uitvoeringen van solo- en
Fairport Conventionnummers van Sandy Denny, een must have voor de liefhebber en
dat ben ik.
Concerten
Neil Young & Promise of the Real, 9 juli, Ziggo Dome, Amsterdam
Drivin’ n’ Cryin’, 29 oktober, Q Factory, Amsterdam
Tinariwen, 13 juli, Paradiso, Amsterdam
Kid Congo & the Pink Monkey Birds, 6 juli, Oedipus Brouwerij,
Amsterdam
Na het vorige concert van Neil Young, toen nog met Crazy Horse, in de
Ziggo Dome had ik me voorgenomen nooit meer een stap in deze zaal te zetten.
Toch liet ik me weer overhalen naar Dinosaur Sr. te gaan, deze keer met een
band rond twee zonen van Willie Nelson. Hoe dichter het bij kwam hoe minder zin
ik er in kreeg. Dat kon dus alleen maar meevallen en dat deed het niet te
weinig. Young speelde nummers uit zijn gehele carrière. Nooit gedacht dat ik
Revolution Blues, Don’t Be Denied en Razor Love nog eens live zou horen van de
meester zelve en dan ook nog in prachtige versies.
Een nog grotere verrassing, voor zover mogelijk, waren Kevn Kinney en
companen in Q Factory. De heren zijn inmiddels een dagje ouder en Kinney leek
een paar jaar geleden hard op weg naar een uitsluitend zittend bestaan. Niets
van dit alles op 29 oktober. De ene na de andere prachtige vertolking, met als
absoluut hoogtepunt het van Kinney’s soloplaat Broken Hearts and Auto Parts afkomstige
A Good Country Mile. Een meester songsmid, zo bewees hij eens te meer. Juli was
live een topmaand in 2016. Binnen een week drie van de beste concerten. Behalve
Neil Young ook de Malinese Sahararockers van Tinariwen, die de grote zaal van
Paradiso plat speelden, en Kid Congo, ooit guitarist bij The Bad Seeds, The Gun
Club en The Cramps en inmiddels al een paar jaar met zijn eigen Pink Monkey
Birds op pad. 2016, muzikaal een ‘very good year’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten